Collega Boomsma beschrijft in zijn reactie enkele klinisch zeer relevante dilemma’s. Moet je bij jonge mensen niet meer naar life-time risico kijken dan naar een 10 jaars risico? En hoe zinvol is (primaire) preventie bij ouderen? Het zijn vragen waar we in…
beste hr Weenink Ik ben het geheel met u eens voor wat betreft de door u vermelde indicaties voor additioneel zuurstof. Ik denk dat er nog veel meer zijn, in die zin was de lijst van potentiele indicaties 'niet-limitatief', maar in strikte zin staat dat er…
Collega’s van Stiphout en van Delden benoemen in hun reactie een zeer belangrijk punt. Naast het door ons eerder besproken inschatten van welke behandeling de patiënt vanuit medisch oogpunt aan kan en welke additionele support hij daarvoor nodig heeft, is…
Bedankt voor het onder de aandacht brengen van de vaginale stuitbevalling. In onze database van stuitbevallingen in OLVG, Amsterdam, die loopt vanaf 2011-2017, hebben wij de gegevens van 1774 stuitbevallingen verzameld. Van deze groep bevalt 334 met een…
Kijkend naar de ziektegeschiedenis van patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM type 2) blijken deze tien jaar voor de definitieve diagnose al aanwijzingen te hebben van een gestoorde glucosetolerantie.[1] Dat is verklaarbaar vanwege de…
De herziene richtlijn Cardiovasculair risicomanagement is onderwerp van discussie vanwege de afkapwaarden. Het belangrijkste wat ik mis, is een handvat voor individuele aanbevelingen. Voor alle ziekten gelden drie vragen: Hoe komt het, wie krijgt het en…
Geachte collega Kooter, Dank dat u de moeite heeft genomen om de recente aanbevelingen over oxygenatie van kritiek zieke patiënten (Siemieniuk RA et al. BMJ 2018;363:k4169) onder de aandacht van het Nederlandse publiek te brengen. Er moeten ons twee dingen…
Dit is toch dagelijks werk voor huisartsen, vooral in de dienst? De titel moet zijn 'Hoe stellen klinisch werkende artsen de dood vast?' (of huisartsen behoren niet tot de lezersdoelgroep van het NTvG?). F. Burgers, huisarts
Het is verheugend dat de auteurs de stuitbevalling in all fours als alternatief voor de sectio door hun training onderzoeken. Echter: De veronderstelling (ref 1) van Louwen overtuigt niet. De getallen zijn te klein, Bracht’s methode werd onjuist uitgevoerd…
reactie auteur