Rotterdam, november 1988, Uit de zeer gewaardeerde, praktische kanttekeningen die collegae Hage en Lens plaatsen, blijkt dat zij ervan uitgaan dat het tijdstip van klinische dunne-darmtransplantatie nabij zou zijn. De vraag die zij stellen met betrekking…
Heerlen, oktober 1988, Terecht wijzen de auteurs erop dat de totale parenterale voeding verre van ideaal is. De ervaring met deze voeding thuis is nog zeer gering, getuige een onlangs verschenen publikatie in dit tijdschrift. 2 Een volgend probleem behelst…
Bij het overzichtsartikel van Saat et al. willen wij nog enige praktische kanttekeningen plaatsen (1988;1878-81). Vooraleerst is de vraag, op welk tijdstip overgegaan moet worden tot een dunne-darmtransplantatie, nog niet opgelost. Nu de spaarzame…
Leiden, november 1988, Wij danken collega Molenaar voor zijn reactie. Zijn ervaring met smetten onder de borsten is duidelijk anders dan de ervaring in de huisartspraktijk. Zowel de door ons geciteerde literatuur als onze eigen ervaring leert dat de…
Oosterbeek, oktober 1988, Als predisponerende factoren van smetten onder de borsten worden door de collegae Van Duijn en Mulder genoemd zware, hangende borsten, overmatig transpireren, nauwsluitende bustehouder en onvoldoende hygiëne (1988;1842-3). Bij…
Hoorn, oktober 1988, 1. Terecht signaleren collega's Ferdinand en De Vrijer de veelomvattendheid van de diagnostische omschrijving hyperactiviteit. Extra verwarrend is dat in literatuur met de termen hyperactiviteit, minimal brain dysfunction, specific…
Rotterdam, oktober 1988, Met belangstelling hebben wij het artikel ‘Ontwikkelingsverloop van het kind en hyperactiviteit’ (1988;1688-92) gelezen. Wij willen het volgende opmerken: 1. De diagnostische omschrijving ‘hyperactiviteit’ is de afgelopen decennia…
Rotterdam, november 1988, Collega Knape vraagt zich af hoe vóór een operatie een groep patiënten met verhoogd risico van cardiale complicaties geselecteerd kan worden en zet vraagtekens bij de samenstelling van de controlegroep. Wij zijn het met collega…
Nijmegen, september 1988, De collegae Muts-Homsma, Vandenbroucke en Feuth stelden zich de vraag hoe met gebruikmaking van gegevens van anamnese, lichamelijk onderzoek, ECG en thoraxfoto een groep patiënten kan worden geselecteerd met een verhoogd risico…
Overveen, oktober 1988, Wij danken de collegae Coebergh en Verhagen-Teulings voor hun waardevol commentaar, en zouden daarbij de volgende opmerkingen willen maken. Als hoofdbron voor de schatting van de incidentie van huidkanker in Nederland werden de…
(Geen onderwerp)