Dames en Heren,
Sommige patiënten met een ernstige ziekte wekken de indruk liever niet te weten hoe ernstig hun toestand is. Zij lijken de kop in het zand te steken; zij ontkennen. Ontkenning is iets dat instinctief een negatieve associatie oproept. De hedendaagse norm is dat je problemen met open vizier tegemoet treedt. Soms echter zijn die problemen groot en onoplosbaar. Om niet te bezwijken onder de last die erkenning van de onoplosbaarheid met zich meebrengt, beschikt de mens over methoden om de kwelling ongedaan te maken. Eén van die methoden is ontkenning van het probleem. Met ontkenning wordt, bewust of onbewust, beoogd ondraaglijk leed af te wenden, bedreigende informatie ongedaan te maken. Zowel binnen de geneeskunde als daarbuiten is het verschijnsel ontkenning te vinden. In ons ziekenhuis wordt door de longartsen per jaar bij ongeveer 120 patiënten longkanker geconstateerd. Enkelen ontkennen hun ziekte in sterke mate. Anderen ontkennen alleen…
'Dokter, ik wil het niet weten' – verkenning van ontkenning bij patiënten met longkanker
Amsterdam, december 2001,
In de waardevolle verkenning door Vos en Berendsen van ontkenning bij patiënten met longkanker (2001:2409-12) lees ik wel dat een lagere sterfte zou zijn waargenomen bij ontkenners na hartinfarct, maar ik mis de aantekening dat zowel Pettingale et al.1 als Dean en Surtees2 in hun prospectieve studies over perioden van respectievelijk meer dan 10 jaar en 6-8 jaar, bij respectievelijk 57 en 121 vrouwen met borstkanker, observeerden dat vrouwen met ontkenning aanmerkelijk langer leefden dan vrouwen wier reactie op de ziekte was gekenmerkt door stoïcijnse acceptatie of hulpeloosheid/hopeloosheid. In beide studies waren de verschillen in overleving niet terug te voeren op biologische kenmerken van de patiënt, de maligniteit of de ingestelde behandelingen. Deze uitkomsten bevestigen het belang van respect voor ontkenning bij patiënten, een belang waar zowel door de grondlegger van de psycho-oncologie in Nederland, Marco J.de Vries, als door de auteurs op is gewezen.
Pettingale KW, Morris T, Greer S, Haybittle JL. Mental attitudes to cancer: an additional prognostic factor. Lancet 1985;i:750.
Dean C, Surtees PC. Do psychological factors predict survival in breast cancer? J Psychosom Res 1989;33:561-9.
'Dokter, ik wil het niet weten' – verkenning van ontkenning bij patiënten met longkanker
Haag, januari 2002,
Het is een aansprekende gedachte dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen psychologische factoren en de overleving van kanker. In het verlengde daarvan ligt de vraag of door middel van therapeutische interventies de attitude ten opzichte van de ziekte ten gunste van de overlevingsduur beïnvloed kan worden.
In de studie van Dean en Surtees1 worden twee fenomenen gevonden die een correlatie hebben met een betere overleving: (a) depressieve stoornissen en angststoornissen, gemeten volgens de ‘Research diagnostic criteria’, voorafgaand aan mastectomie; (b) ontkenning, gemeten drie maanden na de mastectomie. Dat de genoemde variabelen epifenomenen zijn die samengaan met niet-bekende oorzakelijke mechanismen dringt zich bij ons op, temeer daar ontkenning veelal nodig is om angst af te weren. Daarnaast bleek uit psychometrisch onderzoek van Nelson et al.2 dat ontkenning geen stabiele variabele is bij test-hertestcorrelatieonderzoek. Met de suggestie aan onze patiënten met kanker dat psychische krachten overleving kunnen beïnvloeden, dienen wij uitermate terughoudend te zijn, zowel om niet onnodig schuldgevoelens te induceren als omdat genoemde, met overleving correlerende variabelen niet met therapeutische interventies zijn te bewerkstelligen.
In onze studie richten wij ons dan ook op de relatie tussen ontkenning en kwaliteit van leven. Hierover zullen wij in een later stadium publiceren.
Dean C, Surtees PC. Do psychological factors predict survival in breast cancer? J Psychosom Res 1989;33:561-9.
Nelson DV, Friedman LC, Baer PE, Lane M, Smith FE. Attitudes of cancer: psychometric properties of fighting spirit and denial. J Behav Med 1989;12:341-55.