Sinds 2021 pleiten experts ervoor om te spreken van ‘aanhoudende lichamelijke klachten’ (ALK) in plaats van ‘somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten’ (SOLK). Wat is de meerwaarde van deze nieuwe term?
Samenvatting
Sinds 2021 pleiten experts voor het afschaffen van de term ‘somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten’ (SOLK). De term ‘aanhoudende lichamelijke klachten’ (ALK) zou voortaan gebruikt moeten worden. In dit artikel wordt het verschil tussen deze termen uitgelegd, evenals de relatie tot andere relevante begrippen, zoals ‘functionele syndromen’ en ‘somatisch-symptoomstoornis’. Omdat de term ‘SOLK’ benadrukt dat er geen somatische oorzaak voor de klachten is gevonden, wordt veelal – onterecht – geconcludeerd dat de klachten psychisch zijn, conform het lichaam-geestdualisme. Hierdoor is er bij SOLK te veel aandacht voor beïnvloedende psychosociale factoren, en bij ALK te weinig. Bij deze laatste term staat niet het – al dan niet – somatisch verklaren van de klachten centraal, maar het aanhouden van de somatische klachten. Dit biedt meer ruimte tot gepersonaliseerde diagnostiek en behandeling volgens het biopsychosociale model.
Van SOLK naar ALK
In het artikel ‘Van SOLK naar ALK’, dat de aanleiding is voor bovenstaande discussie, noemen de auteurs de GGZ als mogelijk plaats voor behandeling van aanhoudende lichamelijke klachten (ALK). Zij bespreken dit aan de hand van een patiënte met de diagnose colitis ulcerosa die een subtotale colectomie heeft ondergaan met gecompliceerd beloop. Bij deze patiënte stellen zij de diagnose ALK, maar zij maken niet duidelijk op grond waarvan zij deze diagnose stellen. Bij de bespreking van de behandeling van deze patiënte raden de auteurs aan de aanhoudende klachten van patiënte vanuit een biopsychosociaal perspectief te bekijken. In de beschrijving van zijn zogenaamde biopsychosociale model benadrukt de internist Engel het belang van grondige kennis van het klinisch ziektebeeld en het beloop. Dat is meer dan alleen de medisch biologische kennis van de ziekte. Hij bepleit rekening te houden met de samenhang van biologische, psychologische en sociale factoren bij de behandeling van patiënten en in het wetenschappelijk onderzoek. In hun artikel verwijzen de auteurs naar een onderzoek van Borren ea (referentie 13). Dit onderzoek gaat over de darmaandoening van hun patiënte. Dit artikel is onderdeel van het proefschrift van Borren dat een voorbeeld is van onderzoek vanuit het biopsychosociaal perspectief. Tenminste een derde van de patiënten van Borren die in remissie zijn, blijkt uit haar onderzoek, houdt last van moeheid. Voldoen zij aan de criteria voor de diagnose ALK? Moeten deze patiënten naar een ALK polikliniek? Volgens Borren is er bij een groep van deze patiënten nog ziekteactiviteit. Zou dat op een ALK polikliniek zijn gevonden? Slecht slapen is een ander probleem met negatieve impact op de kwaliteit van leven bij deze patiënten. Verhoogde markers van inflammatie, zoals C-reactive protein, IL-1, IL-6 en TNF-α, laten een sterke associatie zien met de kwaliteit van de slaap. Deze associaties zijn ook geobserveerd voor angst- en depressieklachten. Met vedolizumab en anti-TNF therapie verbeteren de slaapstoornissen. Daarnaast zien zij ook verbeteringen van zowel depressie- als angstklachten. Nogmaals, zou dit op een ALK polikliniek zijn gevonden? De termen somatisatiestoornis en SOLK zijn terecht verlaten. De auteurs van het artikel ‘Van SOLK naar ALK’ noemen onvoldoende aandacht voor biologische factoren als belangrijkste bezwaar tegen het SOLK concept. Die aandacht zou er in het ALK concept wel zijn, maar is dat zo? Is er op ALK poliklinieken voldoende kennis over het klinisch ziektebeeld en het beloop daarvan? Hebben zij kennis over de samenhang van het klinisch ziektebeeld met psychosociale factoren? Hebben zij toegang tot adequate diagnostiek en kunnen zij de resultaten daarvan interpreteren? Is de aanpak op ALK poliklinieken niet zoals destijds op de SOLK poliklinieken? De medewerkers van die klinieken zijn veelal dezelfde. Zou de aanpak van deze medewerkers veranderd zijn en welke nieuwe expertise brengen zij mee met de vervanging van de term SOLK door ALK? Borren pleit voor verwijzing naar Maag-, Darm- en Leverartsen gespecialiseerd in de behandeling van inflammatoire darmziekten. Dit advies moet worden aangescherpt. Het advies zou moeten zijn te verwijzen naar specialisten die volgens het biopsychosociale model werken zoals door Engel is bedoeld, dat wil zeggen verwijzen naar specialisten die het klinisch beeld en het beloop van de inflammatoire darmziekten kennen, onderscheid kunnen maken tussen bijvoorbeeld aanhoudende symptomen door ziekteactiviteit of als gevolg van restverschijnselen, de interactie kennen tussen biologische, psychologische en sociale factoren bij deze aandoening en toegang hebben tot de vereiste diagnostiek. Dergelijke centra kennen we al voor de ziekte van parkinson, waar niet alleen aandacht is voor het tekort aan dopamine, maar ook voor multidisciplinaire behandelingen bijvoorbeeld door fysiotherapeuten of MS- centra met aandacht voor de cognitieve stoornissen bij deze patiënten. De auteurs van het artikel ‘Van SOLK naar ALK’ gaan te veel uit van de scheiding tussen biologische, het domein van artsen, en psychosociale factoren, het domein van de GGZ. We zijn het eens met Nutma, deze discussie moet breder gevoerd worden. Deze discussie is ook van belang voor de inrichting van de gezondheidszorg. Rien Vermeulen en Piet Eikelenboom