Rotterdam, oktober 2001, Nadere uitleg met achtergrondinformatie blijkt nodig na lezing van de reactie van Wiersma en Cappers en de reactie van Das en Van der Wal ( 2001:1871-2) op mijn eerste brief ( 2001:1870-1). Door de praktijk gedwongen (zo'n 40.000…
Amsterdam, oktober 2001, De reactie van Wiersma en Cappers geeft eens te meer aan dat er geen sprake is van een goed toepasbare, logische en sluitende wet. Wij onderschrijven de strekking van hun betoog. Door lacunes in de wet en met name door het…
Follega, oktober 2001, Onlangs betoogden Das en Van der Wal dat de Wet op de Lijkbezorging in diverse opzichten onduidelijk is ( 2001:1806-10 en 1810-14), terwijl Cremers in een reactie spreekt van een goed toepasbare, logische en sluitende wet die…
Amsterdam, september 2001, Graag wil ik het commentaar van collega Schaaf onderschrijven. De verwachtingen van patiënten ten aanzien van de inhoud van de relatie met de arts zijn inderdaad veranderd. Burgers, en dus ook patiënten, stellen zich in…
Groningen, september 2001, Het ontstaan van een second-opinionpraktijk als die van collega Coumou ( 2001:1433-6) heeft naar mijn idee te maken met de steeds grotere verschillen in de wijze waarop dokters en patiënten hun relatie zien. Dokters worden…
Groningen, augustus 2001, Collega Holdrinet ( 2001:1436-8) becommentarieert de klinische les van collega Coumou ( 2001:1433-6), waarin deze vier patiënten beschrijft die haar hebben gevraagd om bij een bepaalde medische beslissing te helpen keuzen te maken…
Maastricht, augustus 2001, Collega Holdrinet is het niet eens met de door collega Coumou beschreven praktijk ( 2001:1433-6) inzake een tweede mening. Hij stelt dat een ‘wérkelijk geneeskundig consult’ de betekenis van het geneeskundig consult in alle…
Amsterdam, oktober 2001, De collega's Tijhuis et al. stellen dat niet alle patiënten met reumatoïde artritis (RA) combinaties van ‘disease-modifying antirheumatic drugs’ (DMARD's) verdragen of er een voldoende respons op hebben ( 2001:1880-5). Hoewel dit…
Leiden, oktober 2001, Een aanzienlijke onderdiagnostiek bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap rechtvaardigt een actief opsporingsbeleid voor visuele stoornissen. 1 Wij zijn het geheel eens met collega Völker-Dieben dat niet alle…
Amsterdam, september 2001, Vanzelfsprekend ben ik het eens met de algemene opmerking van de collegae Van Wouwe et al. dat het Down-syndroom geen reden is om een op zich noodzakelijke behandeling, zoals het voorschrijven van een bril of het uitvoeren van…
De Wet op de Lijkbezorging