Combinatie van acetylsalicylzuur en dipyridamol gunstig voor secundaire preventie na een 'transient ischaemic attack' of een herseninfarct; een debat beëindigd

Opinie
G.J. Luijckx
J.H.A. de Keyser
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1812-4
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1832.

Zowel acetylsalicylzuur, dipyridamol als clopidogrel is een plaatjesaggregatieremmer die bij patiënten na een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) of een niet-invaliderend herseninfarct, zonder potentiële cardiale emboliebron, nieuwe atherotrombotische complicaties kan voorkómen. De antitrombotische werking van acetylsalicylzuur berust op een remming van het enzym cyclo-oxygenase, resulterend in een verminderde productie van de krachtige plaatjesaggregator tromboxaan A2. Dipyridamol remt het enzym fosfodiësterase, waardoor de hoeveelheid cyclisch adenosinemonofosfaat, dat de aggregatie remt, in de bloedplaatjes toeneemt. Clopidogrel remt de plaatjesaggregatie door irreversibele blokkade van de adenosinedifosfaat(ADP)-receptor, waardoor de ADP-afhankelijke activering van het glycoproteïne(GP)IIb/IIIa-complex wordt geremd.

Door hun verschillende aangrijpingspunten is het logisch om combinaties van deze plaatjesaggregatieremmers te bestuderen voor betere profylactische werking. In dit nummer van het Tijdschrift worden de resultaten gerapporteerd van de ‘European/Australasian stroke prevention in reversible ischaemia trial’ (ESPRIT) waarin de combinatie acetylsalicylzuur-dipyridamol werd onderzocht.1 2

wat aan esprit voorafging

In…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Neurologie, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Hr.dr.G.J.Luijckx en hr.prof.dr.J.H.A.de Keyser, neurologen.

Contact hr.dr.G.J.Luijckx (g.j.luijckx@neuro.umcg.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, september 2006,

Collega Offerhaus stelt dat er in ons commentaar onvoldoende aandacht is besteed aan de bijwerkingen van de combinatietherapie met acetylsalicylzuur-dipyridamol. De voornaamste bijwerking en reden van uitval in de groep met de combinatietherapie was het optreden van hoofdpijn als gevolg van dipyridamol. Aan deze weliswaar voor de patiënt vervelende, maar medisch gezien onschuldige bijwerking besteden wij wel degelijk aandacht in ons commentaar. Wij geven onder meer een strategie aan hoe deze bijwerking eventueel is te voorkomen of te behandelen, namelijk door langzaam te titreren of de dosis dipyridamol te reduceren.

Offerhaus stelt dat de therapeutische meerwaarde van de combinatie slechts zeer beperkt is en dit zijn wij evenmin met hem eens. De ESPRIT-studie is uitgevoerd volgens het ‘intention to treat’-principe, waarbij uitval ten gevolge van bijwerkingen in de effectmaat van een therapie wordt meegenomen en zodoende een realistisch beeld gegeven wordt van de verwachte uitkomst. Wij geven in ons commentaar ook de therapeutische meerwaarde van de combinatie ten aanzien van de absolute risicoreductie aan en deze is aanzienlijk.

Als laatste een opmerking over onze financiële ‘ondersteuning’ door de farmaceutische industrie. Wij zouden dit eerder willen betitelen als een vergoeding voor verrichte diensten, zoals sprekersvergoeding op een door een beroepsvereniging geaccrediteerde nascholingsbijeenkomst. Wij vinden het belangrijk, gezien de maatschappelijke discussie die over dit onderwerp wordt gevoerd, hierover transparantie te geven. Ons commentaar over deze combinatietherapie is louter gebaseerd op wetenschappelijke argumenten.

G.J. Luijckx
J.H.A. de Keyser