De budgetbeheersende functie van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem

M.H. Pronk
G.J. Bonsel
A. van der Kuy
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1729-33
Abstract

Samenvatting

- Er is 10 jaar ervaring met het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS), dat werd ingesteld met als doel de kostenstijging van extramurale geneesmiddelen te verminderen tot jaarlijks 4,1 zonder verlies aan medische kwaliteit. Het systeem was doorgaans gericht op budgetbeheersing en soms op doelmatigheid (substitutie).

- De beoogde jaarlijkse groeiafbuiging is niet gerealiseerd. Omdat vanuit medisch-epidemiologisch en demografisch perspectief ongewijzigd medicijngebruik jaarlijks circa 3 groei veroorzaakte, liet het 4,1-criterium 1 over voor autonome groei (prijs, volume).

- De huidige gemiddelde groei van jaarlijks 8 wijst op 5 autonome groei. Deze stijging is evenwel laag in vergelijking met andere Europese landen, waar een aantal factoren van autonome groei niet op productniveau wordt aangestuurd via substititiebevordering en prijs- en indicatiebewaking.

- Het GVS en aanvullende maatregelen hebben waarschijnlijk een belangrijke budgetbeheersende rol gespeeld. Het thans geformuleerde beleid (doelen, rollen van actoren, prikkels) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport spoort goed met het GVS, dat dus gecontinueerd kan worden.

Auteursinformatie

Mw.M.H.Pronk, arts, Hilversum.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Sociale Geneeskunde, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Prof.dr.G.J.Bonsel, klinisch epidemioloog/sociaal-geneeskundige.

Dr.A.van der Kuy, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog, Loon op Zand.

Contact prof.dr.G.J.Bonsel (g.j.bonsel@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Noordwijkerhout, september 2002,

Pronk et al. (2002:1729-33) betreuren het dat het prijs- en kostenniveau van de geneesmiddelen niet te temperen is. Er wordt nu effect verwacht van efficiëntere inkoop door de verzekeringen. Binnenkort gaan de verschillende verzekeringsmaatschappijen met elkaar concurreren bij de burgers door middel van de hoogte van hun premies. Ze moeten daarvoor voordelige geneesmiddelen inkopen. De goedkope verzekering verschaft dan alleen de goedkoopste toedieningsvormen van elk geneesmiddel. Wat moet dan de keuze zijn van een patiënt die wél met een goedkoop anti-asthmaticum genoegen neemt, maar voor zijn hypertensie een middel wenst dat toevallig duur is?

Het is moeilijk kiezen tussen de goedkope en de dure polis. Deze verzekerde zal waarschijnlijk wel kiezen voor de dure polis. Het totale prijsniveau gaat dan weer een klein beetje omhoog. Wég concurrentie-effect.

De schrijvers menen zelf al dat inkoopvoordelen zo moeilijk aan de verzekerde kunnen worden doorgegeven.

Effectieve marktwerking vereist dat de consument van elk artikel op een directe manier prijs en kwaliteit kan keuren. Waarom niet een eventuele prijsverhoging geheel ten laste laten komen van de eigen bijdrage? Dan bewaakt de (particulier) verzekerde uit direct eigen belang de ongemotiveerde prijsverhogingen, door zo nodig met de voeten te stemmen in de richting van de goedkopere apotheek (bijvoorbeeld die van de verzekering zelf). Er wordt dan geen eigen bijdrage van 10% verlangd van elke rekening, maar 90% vergoed van het algemeen gemiddelde prijsniveau van een artikel. En de apotheken zouden, zoals iedere gewone detailhandelaar, verplicht kunnen worden om alle prijzen goed zichtbaar te tonen op prijskaartjes en -lijsten voor iedere voorbijganger en geïnteresseerde.

P.H. Vooren