Samenvatting
- De thiazolidinedionderivaten vormen een nieuwe klasse van orale bloedglucoseverlagende middelen die bij patiënten met diabetes mellitus type 2 direct invloed uitoefenen op de insulinegevoeligheid.
- Dit effect is het gevolg van activatie van de kernreceptor ‘peroxisome proliferator-activated receptor’(PPAR)-γ. Deze reguleert de transcriptie van genen die betrokken zijn bij de differentiatie van adipocyten en bij de lipide- en glucoseopslag.
- De glucoseverlagende werking wordt toegeschreven aan een toegenomen perifere glucoseopname en een verminderde glucoseproductie door de lever.
- De verbeterde insulinegevoeligheid leidt mogelijk door middel van afgenomen insulinebehoefte tot een sparend effect op de β-cel van het pancreas.
- Monotherapie met thiazolidinedionderivaten geeft een reductie van de waarde van geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c) van 1-2. Combinatietherapie met sulfonylureumderivaten of metformine lijkt effectiever te zijn in de zin dat lagere doses van één of beide middelen kunnen worden gebruikt om eenzelfde reductie van plasmaglucose- en HbA1c-waarden te krijgen als bij monotherapie.
- De thiazolidinedionderivaten worden over het algemeen goed verdragen en bij de nieuwe middelen, rosiglitazon en pioglitazon, lijken idiosyncratische leverfunctiestoornissen niet of nauwelijks een rol te spelen.
Nieuwe orale bloedglucoseverlagende middelen
's-hertogenbosch, augustus 2001,
In de artikelen van Jazet en Meinders (2001:1541-7) en Rutten (2001:1547-50) worden drie nieuwe geneesmiddelen ter behandeling van diabetes mellitus type 2 besproken die recentelijk in Nederland zijn geregistreerd. In beide artikelen wordt aandacht gegeven aan mogelijke bijwerkingen en interacties met andere geneesmiddelen. Terecht wijzen de auteurs erop dat het inzicht in met name langetermijnbijwerkingen en interacties met andere geneesmiddelen nog onvoldoende is. Het verdient onzes inziens aanbeveling bij introductie van nieuwe geneesmiddelen erop te wijzen dat het van groot belang is mogelijke bijwerkingen van deze nieuwe middelen te melden en zo ervaring te bundelen. Dit belang geldt in versterkte mate als er sprake is van een nieuwe klasse geneesmiddelen, zoals de thiazolidinedionderivaten. Pas in de praktijk, bij gebruik door velen, doet men voldoende ervaring op om een goed inzicht te krijgen in effecten bij grote groepen patiënten. Een eerste middel uit de klasse thiazolidinedionderivaten, troglitazon, is van de markt gehaald omdat bij gebruik ervan ernstige leverfunctiestoornissen voorkwamen. Zoals de auteurs aangeven, zijn met name met betrekking tot leverfunctiestoornissen en interacties met andere geneesmiddelen bij rosiglitazon en pioglitazon nog onvoldoende gegevens beschikbaar.
Bij introductie van nieuwe geneesmiddelen dient naar onze mening gewezen te worden op het belang van het melden van mogelijke bijwerkingen en interacties. Het melden van bijwerkingen, door Edwards omschreven als ‘concern reporting’, geeft de mogelijkheid de ervaringen van velen te bundelen.1 Meldingen bij de Stichting Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen (LAREB) worden opgenomen in de databank van de WHO, zodat de ervaring in de praktijk wereldwijd gedeeld kan worden.
De Stichting LAREB rapporteert over haar bevindingen aan het College ter beoordeling van geneesmiddelen. Dit college beslist over de registratie en de registratievoorwaarden, zoals weergegeven in de productinformatie (de zogenaamde IB-tekst). Zo nodig kunnen hierin waarschuwingen, contra-indicaties of mogelijke bijwerkingen worden opgenomen, zodat behandelend arts, apotheker en patiënt weloverwogen hun beslissingen kunnen nemen.
Melden bij de Stichting LAREB kan via het formulier dat zich achter in het Farmacotherapeutisch kompas bevindt en dat regelmatig met het Geneesmiddelenbulletin wordt meegezonden. Melden kan ook via de website van LAREB: www.lareb.nl.
Edwards IR. Spontaneous reporting - of what? Clinical concerns about drugs. Br J Clin Pharmacol 1999;48:138-41.
Nieuwe orale bloedglucoseverlagende middelen
Leiden, augustus 2001,
Met de reactie van de collegae Van Grootheest en Diemont op ons artikel kunnen wij het volledig eens zijn. Bij de invoering van een nieuwe klasse geneesmiddelen dient men extra alert te zijn op bijwerkingen en men moet geregistreerde bijwerkingen ook melden, teneinde een goed inzicht te krijgen in de effecten van het geneesmiddel.