Inhalatiecorticosteroïden en de groei van kinderen met astma

Klinische praktijk
P.L.P. Brand
J.J.E. Hendriks
A.A.P.H. Vaessen-Verberne
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2041-5
Abstract

Samenvatting

- Tijdens behandeling met inhalatiecorticosteroïden (ICS) van kinderen met astma is er in knemometrische onderzoeken over een termijn van enkele weken een dosisafhankelijke vermindering van groei van het onderbeen aangetoond.

- Tijdens maandenlange onderhoudsbehandeling met beclometason 400 μg/dag groeiden kinderen met astma circa 1 cm/ jaar minder snel dan leeftijdsgenoten die niet met dit middel waren behandeld.

- Tijdens onderhoudsbehandeling met budesonide (400-800 μg/dag) en fluticason (100-200 μg/dag) werd een dergelijke groeiremming niet gevonden. Toch zijn verschillen tussen ICS moeilijk aan te tonen of uit te sluiten, omdat de systemische beschikbaarheid kan verschillen door bijvoorbeeld de eigenschappen van de inhalator en de individuele inhalatietechniek.

- Het lijkt erop dat de meeste kinderen met astma die worden behandeld met ICS door inhaalgroei een normale lengte op jongvolwassen leeftijd bereiken.

- Omdat eventuele groeiremming zich vooral voordoet in de eerste 3 maanden van de behandeling, dient tijdens onderhoudsbehandeling de groei gecontroleerd te worden. Bij een afname van de groei met > 0,25 standaarddeviatiescore binnen 1 jaar dient het gebruik van ICS heroverwogen te worden, in overleg met of door de kinderarts.

Auteursinformatie

Isala klinieken, locatie Weezenlanden, Postbus 10.500, 8000 GM Zwolle.

Dr.P.L.P.Brand, kinderarts.

Academisch Ziekenhuis, afd. Kinderlongziekten, Maastricht.

J.J.E.Hendriks, kinderarts.

Ignatius Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Breda.

Mw.dr.A.A.P.H.Vaessen-Verberne, kinderarts.

Contact dr.P.L.P.Brand (p.l.p.brand@isala.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Nijmegen, oktober 1999,

Uit de literatuurverwijzing in het artikel van Brand et al. (1999:2041-5) naar het artikel van Hermanussen et al.,1 zou ten onrechte de indruk kunnen ontstaan dat kortetermijnonderzoek met knemometrie een Duits idee is. Reeds in 1971 werd voor het eerst driewekelijkse meting van ulnalengtegroei beschreven. 2-5 Klinische onderzoeken naar de invloed van humane choriongonadotrofine en lage doses oestrogenen op groei op korte termijn werden gepubliceerd in de jaren daarna.6 7 Bij deze onderzoeken werd gebruikgemaakt van metingen aan de ulna. In 1983 werd voor de eerste maal het gebruik van de niet-invasieve onderbeenlengtemeter in kortetermijnonderzoeken naar lengtegroei beschreven.89 Alle voornoemde publicaties waren van Nederlandse bodem. Dat hierna de onderbeenlengtemeter internationale bekendheid verwierf, is nagenoeg uitsluitend te danken aan de niet aflatende toewijding en activiteiten van mw.A.M.E.Langhout Chabloz; zij heeft niet alleen de niet-invasieve onderbeenlengtemeter geïntroduceerd aan alle internationale universitaire onderzoeksinstituten, vanwaaruit daarna klinische en wetenschappelijke onderzoeken zijn gepubliceerd, maar zij heeft ook de betreffende onderzoekers leren meten. Het leek ons zinvol in groei geïnteresseerde lezers deze informatie te geven om mogelijke misverstanden te voorkomen.

I.M. Valk
Literatuur
  1. Hermanussen M, Geiger-Benoit K, Burmeister J, Sippell WG. Knemometry in childhood: accuracy and standardization of a new technique of lower leg measurement. Ann Hum Biol 1988;15:1-15.

  2. Valk IM. Accurate measurement of the length of the ulna and its application in growth measurement. Growth 1971;35:297-310.

  3. Valk IM. Ulnar length and growth in twins with a simplified technique for ulnar measurement using a condylograph. Growth 1972;36:291-309.

  4. Valk IM. Ulnar growth in boys around the age of puberty. Growth 1974;38:437-64.

  5. Valk IM, Bosch JSG van den. Intradaily variation of the human ulnar length and short term growth - a longitudinal study in eleven boys. Growth 1978;42:107-11.

  6. Bosch JSG van den, Smals AGH, Kloppenborg PWC, Valk IM. Short term growth in boys with delayed puberty after diagnostic human chorionic gonadotropin administration. J Clin Endocrinol Metab 1979;49:387-90.

  7. Bosch JSG van den, Smals AGH, Kloppenborg PWC, Valk IM. The effect of low dose oestrogens on short-term growth and concomitant biochemical phenomena in girls with tall stature. Acta Endocrinol (Copenh) 1981;98:156-60.

  8. Valk IM, Langhout Chabloz AME, Smals AGH, Kloppenborg PWC, Cassorla FG, Schutte EAST. Accurate measurements of the lower leg length and the ulnar length and its application in short term growth measurement. Growth 1983;47:53-66.

  9. Valk IM, Langhout Chabloz AME, Gilst W van. Intradaily variation of the human lower leg length and short term growth - a longitudinal study in fourteen children. Growth 1983;47:397-402.

Zwolle, november 1999,

Collega Valk heeft helemaal gelijk, de knemometer is een Nederlandse uitvinding. Het spijt ons dat dit in de literatuurverwijzingen bij ons artikel niet tot uitdrukking kwam, en wij danken Valk voor zijn correctie.

P.L.P. Brand
P.J.F.M.
Merkus

Rotterdam, november 1999,

In hun helder overzicht van onderzoeken naar effecten van inhalatiecorticosteroïden (ICS) op de lengtegroei van kinderen met astma stellen Brand et al. terecht dat de interpretatie van veel publicaties bemoeilijkt wordt door onjuiste methodiek en onvolledige informatie over de onderzochte populaties (1999:2041-5). Lengtegroei bij kinderen lijkt een eenvoudige maat voor een systemische bijwerking van ICS, maar goede analyse van groeigegevens blijkt lastig. Dergelijke groeionderzoeken bij kinderen met astma zouden minstens moeten kunnen corrigeren of matchen voor geslacht, beginlengte en beginleeftijd en, indien mogelijk, voor de ernst van astma. De oude onderzoeken kunnen gekarakteriseerd worden als uitgebreide casuïstiek, maar ze vormden wel de aanleiding tot de onrust omtrent de systemische bijwerkingen en de gerandomiseerde trials daarna. De bijzondere aandacht die hiervoor bestaat in de Verenigde Staten lijkt in hoge mate bepaald door de angst voor de medisch-juridische bijwerkingen, en een publicatiebias voor onderzoeken waaruit significante groeivertraging blijkt, is denkbaar.

De knemometrieonderzoeken gaven wel op korte termijn een ICS-dosisafhankelijk verschil in groei van het onderbeen aan, maar zonder een duidelijke relatie met de lengtegroei op (middel)lange termijn. Relevant hierbij zijn mededelingen dat volgens knemometrieonderzoeken de samenstelling en dikte van weke delen door ICS op korte termijn veranderen (J.Anhoj, schriftelijke mededeling, 1999). Dit zou een geheel andere systemische bijwerking van ICS impliceren, waarvan de klinische relevantie thans onduidelijk is. De middellangetermijnonderzoeken suggereren soms dat ICS in normale dosering een negatief effect op lengtegroei hebben, maar bestuderen meestal de absolute groei per jaar, zonder correctie voor geslacht, beginlengte en beginleeftijd, die zowel tijdens de prepuberale groeivertraging als tijdens de groeispurt belangrijke covariabelen zijn. Onderzoeken met matching of met Z-scores konden hiervoor enigszins corrigeren en gaven geen significante groeiverschillen te zien.12 Bovendien kan nog steeds sprake zijn van verhoogde individuele gevoeligheid bij enkelen, zonder effect bij de meerderheid.

Wij delen geheel de mening van de auteurs dat de groeivertraging die incidenteel gezien wordt bij alle in Nederland geregistreerde ICS verklaarbaar is door verhoogde individuele gevoeligheid, en dat dit een reden is om consequent de lengtegroei van elk kind met ICS goed te volgen. Het grootste belang van hun artikel lijkt ons dat nogmaals benadrukt wordt dat een hard bewijs ontbreekt voor een relevant systemisch negatief effect van een normale dosering ICS op de lengtegroei bij kinderen, behoudens incidentele gevallen. Het wordt vaak vergeten dat astma niet alleen een negatief effect op de kwaliteit van leven kan hebben, maar ook op de lengtegroei.3 Wij nemen aan dat de introductie van ICS heeft geleid tot belangrijke vermindering van morbiditeit en mortaliteit bij kinderen met astma. De mortaliteit door astma op de kinderleeftijd in Nederland behoort tot de laagste ter wereld,4 maar lokale gegevens geven niet de indruk dat de frequentie van ernstige astma-aanvallen afneemt. Op de afdeling Intensive Care Pediatrie van het Sophia Kinderziekenhuis werden de laatste 11 jaar 99 patiënten met status asthmaticus opgenomen, van wie 52 in de laatste 5 jaar. Meestal betrof het patiënten uit de eerste of tweede lijn; erg vaak bleken ICS bij de behandeling te ontbreken of te laag gedoseerd te zijn. Dit kwam niet zelden voort uit angst voor bijwerkingen bij kind, ouders of behandelaar. Hierbij kwam het zelfs voor dat een monotherapie met een langwerkende β2-agonist was afgesproken door een kinderarts vanwege onvoldoende groei, waarbij niet onderzocht was of deze veroorzaakt was door ICS. Onderzoeken als die van Brand et al. zijn belangrijk om de angst voor ICS-bijwerkingen tot normale proporties terug te brengen, zodat er niet bij voorbaat een terughoudendheid bestaat ten opzichte van het voorschrijven of inhaleren van deze medicamenten.

P.J.F.M. Merkus
J.A. Hazelzet
J.C. de Jongste
Literatuur
  1. Merkus PJFM, Essen-Zandvliet EEM van, Duiverman EJ, Houwelingen HC van, Kerrebijn KF, Quanjer PH. Long-term effect of inhaled corticosteroids on growth rate in adolescents with asthma. Pediatrics 1993;91:1121-6.

  2. Hendriks JJE, Verheijen M, Wijnen C, Bruijn R de, Gerver WJM. Long-term inhaled steroids do not interfere with changes in Z-scores for height, in children with moderate asthma [abstract]. Am J Respir Crit Care Med 1996;153 Suppl:A40.

  3. Hauspie R, Susanne C, Alexander F. Maturational delay and temporal growth retardation in asthmatic boys. J Allergy Clin Immunol 1977;59:200-6.

  4. Wever-Hess J, Wever AMJ, Yntema JL. Mortality and morbidity from respiratory diseases in childhood in the Netherlands, 1980-1987. Eur Respir J 1991;4:429-33.

Zwolle, november 1999,

Wij zijn het met de brief van de Rotterdamse collegae geheel eens. De kans op groeivertraging door ICS is klein. Zelfs als de diagnose ‘groeivertraging door ICS’ wordt gesteld wegen de voordelen van ICS (effectieve behandeling van astma) meestal ruimschoots op tegen de nadelen ervan (groeivertraging). Daarom zijn wij, net als Merkus et al., van mening dat terughoudendheid bij het voorschrijven en gebruiken van ICS bij kinderen met astma niet gerechtvaardigd is.

P.L.P. Brand