Dames en Heren,
Zien met twee ogen is mogelijk dankzij een complex samenspel van oogspieren, gestuurd door hersenzenuwen afkomstig uit de pons en het mesencefalon. De regulatie van deze gecombineerde actie vindt vooral plaats in de hersenstam, die weer geregeerd wordt door hogere centra in het centrale zenuwstelsel. Een geringe functiestoornis op nucleair en meer perifeer niveau leidt al snel tot hinderlijk dubbelzien. De geconsulteerde arts zal allereerst trachten uit te vinden of er sprake is van een structurele afwijking in of rondom het oog zelf of dat er een primair neurologische oorzaak is. Monoculair dubbelzien, zichtbare afwijkingen aan een of beide ogen of pijn rond het oog zullen leiden tot doorverwijzing naar een oogarts. In de overige gevallen - zeker in geval van bijkomende neurologische verschijnselen of hoofdpijn - zal een neuroloog geconsulteerd worden.
Binoculair dubbelzien kan worden veroorzaakt door meerdere neurologische aandoeningen. Analyse in een vroeg stadium kan…
(Geen onderwerp)
Emmen, september 1998,
Met veel interesse lazen wij de klinische les van Ter Berg et al. (1998:2025-7). De gepresenteerde casussen illustreren een aantal ernstige oorzaken van dubbelzien. De beschouwing kan de indruk wekken dat in de meeste gevallen van dubbelzien snelle diepgaande diagnostiek geboden is. Naar onze mening is dat echter slechts op indicatie het geval.
De frequentste oorzaken van dubbelzien (geïsoleerde uitval van de N. trochlearis en de N. abducens) zijn vasculair: diabetes, hypertensie, atherosclerose. Deze paresen gaan vanzelf over. Er bestaat een uitgebreide literatuur waaruit blijkt dat het vervolgen van dit herstel en het behandelen van de vasculaire oorzaak voldoende zijn. Daarnaast wordt in de lijst van belangrijkste oorzaken van dubbelzien een aantal frequente, onschuldige oorzaken abusievelijk niet vermeld: gedecompenseerd latent scheelzien (eso- en exoforie), convergentie-insufficiëntie en divergentie-insufficiëntie.
Naar onze mening vereisen de frequentste oorzaken van dubbelzien slechts een goede klinische diagnostiek en vastlegging van de situatie (bijvoorbeeld met een Hess-schema), zodat de follow-up zorgvuldig kan geschieden. Het vastleggen en de follow-up kan het beste geschieden met hulp van een orthoptist. Een orthoptist is werkzaam op de meeste poliklinieken Oogheelkunde, maar deze is ook direct toegankelijk voor de neuroloog.
Natuurlijk steunen wij Ter Berg et al. in hun opvatting dat in geval van verdere (neurologische) symptomen diepgaande diagnostiek is geïndiceerd. Hetzelfde geldt indien een parese van de 4e of de 6e hersenzenuw niet herstelt.
(Geen onderwerp)
Geleen, oktober 1998,
De titel van onze klinische les wijst op de beschrijving van juist de ernstige aandoeningen. In de introductie wordt met nadruk oogheelkundige consultatie als één van de belangrijkste eerste diagnostische stappen beschreven. Na uitsluiting van oogheelkundige afwijkingen zoals de door Boot et al. genoemde ‘onschuldige’ oorzaken zoals esoforie, dient men te denken aan de beschreven (extracerebrale) neurogene en myogene oorzaken, mede op basis van bijkomende symptomen. De door Boot et al. genoemde aandoeningen worden daarom dan ook niet genoemd in de tabel. De indicatie tot controle door een orthoptist van dergelijke aandoeningen kan ook, onzes inziens, het beste door een oogarts worden gesteld.
Natuurlijk zijn wij het met hen eens dat de meeste gevallen van hersenzenuwuitval onschuldig zijn.