Een hangend ooglid; diagnostiek op basis van een algoritme

Klinische praktijk
B.W. van Oosten
C.J. de Langen
G. Tissingh
W.A.E.J. de Vries
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1753-8
Abstract

Dames en Heren,

Wanneer een patiënt zich presenteert met als belangrijkste klacht dat één of beide oogleden hangen, zijn er veel mogelijke oorzaken. Met een systematische ordening van de met behulp van anamnese en neurologisch onderzoek verkregen informatie kan een indicatie worden gegeven van de mogelijke oorzaak van de klacht. Aan de hand van vijf ziektegeschiedenissen zullen wij dit illustreren.

Patiënt A, een 26-jarige man, bezocht onze polikliniek wegens hangende oogleden, een probleem dat langzaam was verergerd vanaf de middelbareschooltijd. Het lezen werd hierdoor de laatste tijd bemoeilijkt. De klacht nam niet toe in de loop van de dag of bij vermoeidheid. Af en toe had hij last van dubbelbeelden. Zwakte van de ledematen of bulbaire spieren had hij niet. De familieanamnese was negatief voor spierziekten.

Bij onderzoek was er beiderzijds ptosis tot vóór de pupil. In rust was de oogstand normaal. Er waren nauwelijks horizontale en verticale oogbewegingen mogelijk…

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Afd. Neurologie: hr.dr.B.W.van Oosten, neuroloog; mw.C.J.de Langen en hr.dr.G.Tissingh (thans: neuroloog, Deventer Ziekenhuis, afd. Neurologie, Deventer), assistent-geneeskundigen.

Afd. Oogheelkunde: mw.W.A.E.J.de Vries, oogarts.

Contact hr.dr.B.W.van Oosten (bw.vanoosten@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties