Veranderende inzichten in de beoordeling van letselschade

Perspectief
G.K. van Wijngaarden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:438-40

De Nederlandse samenleving wordt in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van lichamelijke letsels. Wat betreft het aantal gewonden door ongevallen worden in de media getallen genoemd die uiteenlopen van 50.000 tot 250.000 per jaar. De maatschappelijke implicaties hiervan zijn enorm. Deze betreffen niet alleen het persoonlijk leed van de getroffenen en de voor hen noodzakelijke hulp, maar ook de invloed van de gevolgen van de ongevallen op hun arbeidsgeschiktheid en de gevolgen daarvan. Veelal worden ongevallen veroorzaakt door anderen dan de getroffenen en zijn die anderen aansprakelijk voor de schade. De hieruit voortvloeiende claims belanden bij verzekeringsmaatschappijen en juridische instanties. Dit betekent dat er door deze instellingen steeds meer een beroep wordt gedaan op artsen om de lichamelijke en geestelijke gevolgen van ongevallen te analyseren. De gang van zaken daarbij is eerder uiteengezet.1 Kort gezegd dient bij de getroffene eerst het percentage invaliditeit van de gehele mens –…

Auteursinformatie

Vereeniging voor Ziekenverpleging, Prinsengracht 769, 1017 JZ Amsterdam.

Dr.G.K.van Wijngaarden, neuroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leiden, mei 1992,

De beschouwing van collega Van Wijngaarden lijkt mij terecht (1992;438-40). In het verleden gaf hij reeds op voortreffelijke wijze weer welke eisen mogen worden gesteld aan medische expertises.1 In zijn recentste bijdrage wijst hij er op dat in de huidige samenleving denkwijzen terrein winnen, die zich niet verdragen met de resultaten voor zorgvuldig geneeskundig onderzoek, en hij vreest dat dit in de toekomst nog erger zal worden. Hij staat hierin niet alleen. Indien zijn vermoedens juist zijn, ontstaan er vreemde tegenstrijdigheden in de medische praktijk.

De Nederlandse samenleving verwacht namelijk van een behandelende arts een grote mate van zorgvuldigheid. Maar als deze arts keuringen of controles verricht, overigens ook op verzoek en ten bate van deze samenleving, dan worden wonderlijk genoeg allerlei medische compromissen op prijs gesteld of verwacht. In ons land schijnt men te zijn vergeten dat door zaken zoals bestuurlijk onvermogen, onjuist uitvoeren van wetgeving, tendentieuze voorlichting, druk vanuit de samenleving, administratief of politiek machtsmisbruik zeer uiteenlopende wantoestanden kunnen ontstaan, ook onvoorspelbare. Dit geldt ook voor medische aangelegenheden. Extreme maar overbekende voorbeelden kwamen tot enkele jaren geleden voor in de Sowjetunie.23 Van geheel andere aard zijn de problemen in de Verenigde Staten, met de duurste gezondheidszorg ter wereld. Een belangrijke oorzaak is de zeer voortvarende beoefening van het zogenoemde gezondheidsrecht.4

In Nederland heeft onder andere de druk vanuit de samenleving ertoe geleid dat gemiddeld 1,3 miljoen mensen, ruim 20% van de werkende bevolking, een uitkering ontvangen wegens ziekte. In één doorsnee-huisartspraktijk (2500 zielen, kinderen en gepensioneerden inbegrepen) zijn tegen de 150 WAO-gerechtigden aanwezig, en zijn er bovendien gemiddeld per dag 87 personen ziek gemeld bij hun werkgevers. Dit kan door geen enkele samenloop van epidemieën worden verklaard.

Wanneer de door Van Wijngaarden geuite vrees wordt bewaarheid, zal het nog erger worden. Naderende wijzigingen in de wetgeving kunnen dit alles nog versterken. In de toekomst kan de situatie ontstaan dat aan artsen het verrichten van keuringen en medische expertise enzovoort moet worden ontraden.

G.D. de Jong
Literatuur
  1. Wijngaarden GK van. Neurologische expertises voor verzekeringsmaatschappijen en rechterlijke instanties. [LITREF JAARGANG="1985" PAGINA="783-5"]Ned Tijdschr Geneeskd 1985; 129: 783-5.[/LITREF]

  2. Bloch S. Psychiatric Ethics. Oxford: Oxford University Press, 1991: Ch 22 and 24.

  3. Proctor RN. Racial Hygiene. Harvard: Harvard University Press, 1988: Gh 1 and 10.

  4. International Herald Tribune 1991 May 14: 3.

G.K.
van Wijngaarden

Amsterdam, mei 1992,

Collega De Jong erkent de door mij aangeroerde problematiek. Wij zullen deze echter onder ogen moeten zien en moeten nagaan op welke verantwoorde wijze er een oplossing voor gevonden kan worden. Deze kan niet gelegen zijn in het ons terugtrekken uit situaties waarin ons medisch oordeel gevraagd wordt. De maatschappelijke betekenis van het expertisewerk is daarvoor te groot. Het dient daarom in handen te zijn van medici die zich hierin gespecialiseerd hebben, maar die tegelijkertijd ook een ruime klinische ervaring hebben. Helaas wordt aan dit aspect bij de opleiding van huisartsen en specialisten nauwelijks of geen aandacht besteed.

G.K. van Wijngaarden