Tracheotomie en intubatie

Klinische praktijk
L.H.D.J. Booij
L. Feenstra
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1205-9

Tracheotomie is een van de oudste bekende levensreddende handelingen. De techniek van en het instrumentarium voor de ingreep komen al voor op Egyptische kleitabletten en wastafels van 3600 jaar voor onze jaartelling. In ‘modern’ Europa werd de tracheotomie het eerst beschreven door Armand Trousseau in 1859, de eerste canule met opblaasbare manchet werd beschreven door Trendelenburg in 1870.1 In het verleden werd tracheotomie vooral verricht voor het omzeilen van membraneuze obstructies van de bovenste luchtwegen, veroorzaakt door Corynebacterium diphtheriae en de Streptococcus. Later werd de ingreep uitgevoerd om inspiratie van voeding en faryngeale secreties te voorkomen bij slikstoornissen ten gevolge van poliomyelitis en trauma capitis. Ook werd hij gedaan in gevallen van maligniteiten van de bovenste luchtweg en bij trauma van larynx en trachea. Als geplande ingreep werd tracheotomie vrijwel uitsluitend verricht als inleiding tot een larynxextirpatie. Dit was de situatie tot circa 1960.

Hippocrates pleitte voor het langs…

Auteursinformatie

Sint-Radboudziekenhuis, Instituut voor Anesthesiologie, Nijmegen.

Prof.dr.L.H.D.J.Booij, anesthesioloog.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Prof.dr.L.Feenstra, KNO-arts.

Contact prof.dr.L.Feenstra

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Meppel, juni 1990,

In overzichtsartikelen kan aandacht voor historische aspecten belangrijk zijn om huidige medische inzichten op hun waarde te beoordelen. Zo ook in de bijdrage van de collegae Booij en Feenstra (1990;1205-9). De tijdssituering hierin echter van Hippocrates en Avicenna is te onnauwkeurig om zonder commentaar voorbij te laten gaan. Er liggen immers niet ‘circa 1000 jaar’ tussen beide medici, maar ruim 1300: immers, Hippocrates leefde van 460 tot 377 v. Chr., terwijl de van oorsprong Perzische Ibn Sina geboren is in de maand augustus van het jaar 980 n. Chr., en begraven werd in de maand juni of juli van het jaar 1037.1

Overigens mag niet onvermeld blijven, dat een eeuw voor Robert Hooke, Andreas Vesalius al intubatie had toegepast bij dieren en dat hij daarbij vastgesteld heeft dat de hartslag verbeterde wanneer de longen ritmisch beademd werden.2

M.M.J. Reyners
Literatuur
  1. Afnan SH. Avicenna, his life and works. London: Allen & Unwin, 1958.

  2. Luckhaupt H, Brusis T. Zur Geschichte der Intubation. Laryngol Rhinol Otol (Stuttg) 1986; 65: 506-10.

Amsterdam, juli 1990,

Wij danken collega Reyners voor zijn aanvulling.

L.H.D.J. Booij
L. Feenstra

Rotterdam, augustus 1990,

Met interesse hebben wij kennis genomen van het artikel van Booij en Feenstra (1990;1205-9). Gaarne willen we een aanvulling geven betreffende de tracheotomie bij kinderen. Meestal kan men bij kinderen met een nasotracheale intubatie volstaan. Tracheotomie is echter in enkele gevallen noodzakelijk, bijvoorbeeld bij sommige intubatieletsels, farynxvernauwingen zoals bij het syndroom van Robin, en congenitale cricoïdstenosen. Het betreft meestal pasgeborenen of zeer jonge kinderen. Uitstel van de ingreep is dikwijls riskant, maar wel begrijpelijk gezien het ontbreken van routine. Daarom volgen hieronder enige aantekeningen betreffende de uitvoering van de ingreep bij kinderen.

Algemene anesthesie is noodzakelijk, zonodig met behulp van een masker als intubatie niet mogelijk is. Na positionering van de patiënt door een textielrol onder de schouders wordt begonnen met palpatie van de hals in hyperextensie. Het is van belang dat we ons realiseren dat de luchtweg van een kind zowel absoluut als relatief kleiner is dan van een volwassene.1 Bij het jonge kind is de larynx nog erg week; het cricoïd is het gemakkelijkst te voelen.23 Het spalken van de luchtweg met een endotracheale tube of een bronchoscoop maakt palpatie gemakkelijker.4

Om een zo goed mogelijk overzicht over de trachea te verkrijgen, verdient onzes inziens een verticale huidincisie van 2 cm vanaf het cricoïd de voorkeur. Het subcutane weefsel en de spieren worden gespleten in het verloop van de incisie. De isthmus van de schildklier wordt gekliefd en onderbonden. Na hemostase vindt het aanbrengen van twee steunhechtingen plaats aan weerszijden van de nog te maken verticale incisie door de derde en evt. de vierde trachearing. Na langzaam terugtrekken van de endotracheale tube wordt door tractie aan de steunhechtingen de incisie open gehouden en de canule ingebracht.5 Na het sluiten van de wond worden de beide steunhechtingen op de borst vastgeplakt. Bij accidentele decanulatie of obstructie van de canule kan tractie aan deze hechtingen het open houden van de luchtweg en het inbrengen van een nieuwe canule vergemakkelijken. Na een week worden de hechtingen verwijderd, ook de steunhechtingen.

Een tracheotomie op deze wijze uitgevoerd, wordt door (zeer) jonge kinderen goed verdragen, en geeft weinig complicaties.

J. van Loosen
L.J. Hoeve
C.E. Bos
Literatuur
  1. Healy GB, McGill TJI. Laryngotracheal problems in the pediatric patient. Springfield, IL: CC Thomas, 1979.

  2. Scott-Brown WG, Kerr AG, Evans JNG. Pediatric otolaryngology. 5th ed. Vol 6. London: Butterworth, 1987.

  3. Bluestone CD, Stool SE, Scheetz MD. Pediatric otolaryngology. 2nd ed. Vol 2. Philadelphia: Saunders, 1990.

  4. Hagerstown MD. Practice of surgery. London: Harper & Row, 1975.

  5. Freezer NJ, Beasley SW, Robertson CF. Tracheostomy. Arch Dis Child 1990; 65: 123-6.

Nijmegen, september 1990,

Wij danken de collegae Van Loosen, Hoeve en Bos voor hun waardevolle adviezen inzake de techniek van tracheotomie bij kinderen.

L. Feenstra
L.H.D.J. Booij