Dames en heren,
Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw wordt totale parenterale voeding (TPV) toegepast bij patiënten met een zogenaamd korte-darmsyndroom. Bij dit syndroom is sprake van onvoldoende capaciteit van de darm om voedingsstoffen op te nemen, hetzij door onvoldoende darmlengte (anatomisch korte-darmsyndroom) of door afwijkende functie (functioneel korte-darmsyndroom). Het komt voor zowel bij kinderen als volwassenen. In Nederland is de inschatting dat het korte-darmsyndroom bij kinderen ontstaat bij ongeveer 14 per 100.000 levendgeborenen.
Langdurig gebruik van TPV is gerelateerd aan verschillende complicaties. Onderbreking van de enterohepatische kringloop kan leiden tot het ontstaan van metabole stoornissen, cholestase, leversteatose, steatohepatitis, leverfibrose met uiteindelijk cirrose en terminaal leverfalen.1,2 In de laatste gevallen spreekt men van TPV-gerelateerde leverziekte. De prevalentie hiervan bij chronische gebruikers kan, afhankelijk van de gehanteerde definitie, oplopen tot 65%.3 De prevalentie van deze leverziekte is bij kinderen hoger dan bij volwassenen, en het ziektebeloop…
Reacties