artikel
Tegeltjeswijsheid: om oud te kunnen worden moet je eerst door je kinderziekten heen. Dat is met alle vaccinaties tegenwoordig nogal eenvoudig. Mazelen, rode hond, wanneer zie je die nu nog? Kinkhoest nog wel. De traditionele kinderziekten lijken alleen nog in de boekjes te bestaan. Een van de succesverhalen van de Nederlandse collectieve preventie is het Rijksvaccinatieprogramma. Het percentage gevaccineerde kinderen blijft onverminderd hoog (bl. 950) en sinds de invoering van de vaccinatie tegen meningokokken uit serogroep C komen die ook alleen nog maar bij ongevaccineerden voor (bl. 958). Maar dan is het voorkómen van aandoeningen nog lang niet afgelopen. Dan wordt het moeilijk en moet je het ook grotendeels zelf doen: niet te dik worden, gezond eten, veel bewegen om hart- en vaatziekten voor te zijn. Als je dan op middelbare leeftijd geen infarct gekregen hebt, moet je gezond oud worden. Anders eindig je als kwetsbare oudere uiteindelijk in het verpleeghuis.
Eind april 2009 heeft de Gezondheidsraad (GR) een lezenswaardig rapport uitgebracht over preventie bij ouderen (www.gr.nl). Moeten alle ouderen nog wel flink bewegen? Moet je op je tachtigste nog stoppen met roken? Gezond oud worden is niet het vermijden van ziekten, maar het beperken van beperkingen. Uiteindelijk worden we vrijwel allemaal kwetsbaar, laten ons lijf en ook onze geest steken vallen. De beste manier om met beperkingen om te gaan heeft niets met geneeskunde te maken, maar is zorgen voor een netwerk dat groot genoeg is. Dat is alleen ook niet iedereen gegeven. Van de GR moet vooral de huisarts letten op ‘profielen van kwetsbaarheid en zelfredzaamheid’. Familievetes, slechts een enkele kleinzoon die zorgen moet voor een 90-jarige die elke dag honderd keer opbelt; er zijn vaak nogal moeilijk te meten kwetsbare zaken in de dagelijkse praktijk. Die passen vast niet in een profiel.
Intussen moeten de wetenschappers volgens de GR interventieprogramma’s op effectiviteit onderzoeken en de overheid moet dat stimuleren. De spagaat tussen individuele zorg en individuele keuzen enerzijds en bewezen collectieve preventie anderzijds is nergens zo groot als in de zorg voor ouderen.
Wat gaat u als dokter doen als u bijna oud bent? Ik ga later misschien wel roken in de hoop op een fataal myocardinfarct op mijn 82e, net voor ik dement word, denk ik wel eens.
Van jong tot oud
Ook ik zou graag uit dit leven vertrekken 'op mijn 82e, net voor ik dement word'. De optie om dat te bereiken ('Ik ga later misschien wel roken in de hoop op een fataal myocardinfarct op mijn 82e') is vermoedelijk grappig bedoeld, maar is het in wezen absoluut niet. U snijdt immers een bijzonder actueel probleem aan dat vele 'bijna oude' artsen bezighoudt.
Voor mijzelf acht ik (hopelijk) een betere optie mogelijk dan u zich voor ogen heeft. Ik hoop dat ik op mijn 82e ('net voor ik dement word') op een weliswaar verdrietige maar waardige (en aangekondigde) wijze afscheid kan nemen van mijn gezin, dierbare familie en beste vrienden, en dat ik vervolgens een collega, die ik daartoe tevoren bereid heb gevonden, kan uitnodigen om (auto)euthanasie op mij ten uitvoer te brengen.
Deze gang van zaken (liever dan roken in de hoop op een fataal myocardinfarct of een ander onmenselijk streven) zou mijn voorkeur hebben om op een voor mijzelf zeer acceptabele manier uit het leven te stappen. Ik zou immers zo graag een menswaardige dood sterven.
Probleem om een en ander te realiseren is echter onder meer dat deze (door mij gewenste) gang van zaken onwettig is, waardoor ik geen collega kan vinden die mij (openlijk) bij wil staan wanneer ik mijn tijd gekomen acht. Hij is immers strafbaar.
Gevolg is dat ik vrees dat ik uw optie (of een vergelijkbare optie ter levensbeëindiging) zal moeten overwegen.
Het medisch legitimeren van een valide existentiële indicatie tot levensbeëindiging is (bij mij weten) in het Tijdschrift nooit eerder ter sprake gekomen. Mijns inziens ten onrechte. Het Redactioneel lijkt die deur op een kier te (willen) zetten. Indien ik het bij het rechte eind heb, wil ik bij dezen dit Redactioneel toejuichen.
Amsterdam
Johan Hamerlynck, gynaecoloog