Tieners en de toekomst

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:B1310

artikel

Van alle leeftijdsgroepen komen tieners het minst bij de huisarts en waarschijnlijk net zo zelden bij vrijwel alle andere dokters (zie figuur). Toch zijn er goede redenen om over deze leeftijdsgroep een dubbeldik themanummer samen te stellen.

De eerste reden is dat het in veel opzichten een ingewikkelde groep is. Als zich tijdens de transitie van kind naar volwassene een ziekte voordoet, ontstaat een complexe interactie tussen lichamelijke ontwikkeling, psychische ontwikkeling en ziekte, en tussen tiener, ouders en dokters. Daarbij spelen bijvoorbeeld vragen over zelfstandigheid, volwassenheid en beslissingsbevoegdheid in praktische, morele en juridische zin een rol (D502, D578 en D896). Dit geldt misschien nog wel meer voor psychische ziekten, waarbij we op dit moment ook nog eens te maken hebben met een grote herstructurering van de ggz voor tieners (D407 en B1307).

Ook vanuit het perspectief van public health is het belangrijk aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep. Tieners experimenteren met risicogedrag en dat hoort ook zo (D398 en infographic). Ze lopen daarbij wel het risico een leefstijl aan te leren die hen de rest van hun leven zal achtervolgen. Een aantal auteurs vindt dit niet alleen een maatschappelijk probleem, maar ook een probleem waar artsen zich voor moeten inzetten (D315 en B1308).

De tweeledigheid van onze motivatie om een themanummer te wijden aan tieners heeft zich ook geuit in de keuze van de gastredacteuren. Arda Derksen, kinderarts, en Marie-Louise Essink-Bot, arts maatschappij en gezondheid, hebben dit nummer samengesteld. Voordat het echter kon worden afgerond is Marie-Louise op noodlottige wijze overleden (‘In memoriam’: B1300). Dat dit nummer er toch is gekomen, is te danken aan de inzet van Marielle Jambroes, die op het laatste moment veel plooien nog heeft weten glad te strijken.

De samenwerking tussen de public health en reguliere geneeskunde, of het gebrek daaraan, was iets dat Marie-Louise aan het hart ging (D783). Als curatieve dokters lossen we graag een probleem op in het ziekenhuis of in de huisartsenpraktijk, en bekommeren we ons minder om de maatschappij waarbinnen dat probleem is ontstaan bij kwetsbare groepen en op een kwetsbare leeftijd.

Als we obesitas, longkanker en diabetes mellitus in de curatieve sector willen oplossen, zijn we veel te laat en heel erg ineffectief bezig. Desondanks gaat het leeuwendeel van het zorggeld nog altijd naar de curatieve sector en bestempelen we veel public-healthinitiatieven als betutteling. De discussie over de effectieve inzet van middelen in de gezondheidszorg willen we graag met u voortzetten tijdens de NTvG Dag op 5 november 2016 in de Rode Hoed in Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties