artikel
‘Zal wel door de ouderdom komen’, zucht de 45-jarige man als hij op de onderzoeksbank klimt. Vorige week liep hij nog een halve marathon, nu doet zijn knie zeer en tobt hij over de toekomst. Gaat het iets minder goed, dan komt het altijd door ouder worden. Blijkbaar gaat er nooit iets beter als je ouder wordt. Waarom zijn we in de maatschappij toch zo obsessief bezig met rimpel- en klachtenloos oud worden?
Die dwangstoornis begint al jong. In de Volkskrant van 2 weken terug stond een rapportage over twintigers die zich al laten botoxen of laten opvullen omdat er ergens een nauwelijks waarneembare rimpel zit. Als je heel goed naar de foto’s keek, zag je wel een tatoeage in de nek. Zouden ze weten dat die als je 60 bent of nog ouder, onverbiddelijk gaat hangen? Of dat je er nare klachten van kunt krijgen (A9808)? Die zestigers hebben tegenwoordig trouwens ook portretten van alle kleinkinderen en een kleurige koikarper op hun arm, daar niet van.
Er lijkt iets tegenstrijdigs in de hang naar lang leven en tegelijkertijd rare en vaak niet gezonde dingen doen. Toch valt die ongerijmdheid wel mee. De waarde van leven lijkt me niet verscholen in de lengte maar in de vulling. Het kan dus best zijn dat die ‘full sleeve’ de vervulling van een leven is. Weliswaar niet de mijne, maar toch. De wereld wordt er ook niet beter op als iedereen zijn almachtsfantasieën à la Trump of Farage uitleeft.
Het idee dat je het binnen de mogelijkheden redelijk hebt gedaan lijkt me een goede definitie van een goed leven. Heb je je naasten niet te veel in de weg gezeten en hen een beetje op weg geholpen? Dat is al heel wat, als je oud geworden bent. Voor dat lange leven hoef je overigens niet zo veel bijzonders te doen: niet roken, weinig alcohol drinken, genoeg bewegen, niet al te verkeerd eten en een beetje geluk hebben. Voor de vulling gaat het bijvoorbeeld om de vraag of je je kinderen voldoende scholing en vooral aandacht hebt geven. Voor beide heb je helemaal geen dokters nodig. In al die levens spelen wij dokters een bescheidenere rol dan we wel eens denken.
Mensen leven meestal al langer dan hun grootouders en veelal worden ze minder krakkemikkig. Alleen niet iedereen. Marie-Louise Essink-Bot, onze sectieredacteur public health en auteur van het mooie commentaar over langer en gezond leven waarmee we dit nummer openen (D134), struikelde in haar meivakantie de dood in. Veel te jong, maar na een mooi gevuld en goed leven. Lees, voor deze keer, ook het ‘In memoriam’ (B1300).
Reacties