artikel
Het plotselinge overlijden van Marie-Louise Essink-Bot, op 9 mei, heeft velen diep geraakt. Een noodlottig ongeval, op weg naar Santiago de Compostella, maakte een einde aan haar leven. Ze werd slechts 55 jaar. Sinds 2013 was zij hoogleraar aan het AMC/Universiteit van Amsterdam, met als leeropdracht de sociale geneeskunde, in het bijzonder in relatie tot de curatieve zorg. Ook was ze sinds eind 2014 een van de sectieredacteuren van het NTvG.
Na haar opleiding tot basisarts in Utrecht en enkele jaren klinisch werk bemerkte Marie-Louise dat haar hart niet zozeer bij de individuele patiënt lag, maar meer bij de volksgezondheid. Ze ging als onderzoeker aan de slag bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daar voltooide ze de specialisatie arts maatschappij en gezondheid (M&G) in 1994 en promoveerde ze het jaar daarop op onderzoek naar meetinstrumenten voor kwaliteit van leven, beide onder leiding van Paul van der Maas. Met bevolkingsonderzoek naar kanker als toepassingsgebied speelde ze vervolgens een belangrijke rol in de ontwikkeling van onderzoek naar kwaliteit van leven als toetssteen voor kwaliteit van zorg. Ook het thema van geïnformeerde besluitvorming had haar speciale aandacht.
Als sociaal geneeskundige heeft Marie-Louise vooral geprobeerd de brug te slaan tussen de sociale geneeskunde en de curatieve zorg, tussen de zorg voor de populatie en die voor de individuele patiënt. Deze focus was goed zichtbaar in haar onderzoekswerk dat ze, vanaf 2008, aan de afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC deed. Ze vroeg onder meer aandacht voor het vraagstuk van gelijke toegankelijkheid en kwaliteit van zorg en deed in dat kader bijvoorbeeld onderzoek naar de patiëntveiligheid van ziekenhuiszorg voor patiënten van allochtone herkomst. Als promotor en copromotor heeft ze veel onderzoekers opgeleid in Rotterdam en in Amsterdam. Ze was voor hen niet alleen een buitengewoon deskundige en betrokken begeleider, maar ze vervulde ook de rol van gids, zowel op het professionele als het persoonlijke vlak.
Sinds een aantal jaren was Marie-Louise ook praktijkopleider voor artsen M&G in opleiding in de academische setting, een opleiding die in Nederland alleen door het AMC wordt aangeboden. Ze vond deze setting terecht een uitermate relevante toevoeging aan de reeds bestaande opleiding. Ook in deze rol was ze betrokken, deskundig en bevlogen. Ze heeft uiteindelijk in korte tijd 3 artsen M&G mogen opleiden. Ook op andere manieren zette ze zich in voor de professionalisering van de specialisatie M&G, onder meer als bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Artsen Beleid Management Onderzoek en als strategisch adviseur bij de Netherlands School of Public & Occupational Health. Haar missie was de medische vervolgopleidingen sociale geneeskunde meer te verbinden met de academische wereld van onderzoek en onderwijs. En ze was vastberaden die missie te realiseren.
Marie-Louise was niet alleen goed in haar vak, ze was ook goed in relativeren wat ze zelf had bereikt. De Parel die ZonMw voor haar werk naar cultureel competente zorg bij haar oratie uitreikte, de nominatie als beste docent in het AMC binnen de opleiding medische informatiekunde, de editorial die ze onlangs mocht schrijven voor The Lancet over screening op darmkanker – ze liep er zelf absoluut niet mee te koop. Maar het geeft rust te weten dat ze deze blijken van erkenning voor haar werk nog heeft mogen ervaren.
Reacties