Samenvatting
Doel van dit onderzoek was ten eerste vast te stellen wat het effect van continue versus klachtengerichte bronchusverwijdende therapie was op de progressie van CARA gedurende twee jaar, en ten tweede wat de effecten op lange termijn zijn van een β2-sympathicomimeticum (salbutamol) ten opzichte van een anticholinergicum (ipratropium).
Aan 223 CARA-patiënten werd aselect een behandeling toegewezen: een groep kreeg continue medicatie in een gekruist onderzoek: 1600 µg salbutamol of 160 µg ipratropium per dag gedurende een jaar; de tweede groep kreeg klachtengerichte medicatie: salbutamol of ipratropium alleen gedurende exacerbaties of benauwdheidsklachten. De patiënten gebruikten salbutamol tijdens het ene jaar en ipratropium tijdens het andere, zonder andere pulmonale medicatie. Voor continu behandelde patiënten was de afname van FEV1 72 mljaar en voor klachtengericht behandelde patiënten 20 mljaar (verschil: p < 0,05). Deze versnelde afname bij continu behandelde patiënten ging gepaard met een lichte toename van de bronchiale reactiviteit (0,4 histamine-dosisstap, p < 0,05) bij patiënten met chronische bronchitis gedurende een deel van het onderzoek, maar niet met een groter aantal exacerbaties, meer klachten of een ervaren slechtere kwaliteit van het leven. Salbutamol en ipratropium hadden vergelijkbare effecten op alle onderzochte variabelen.
Tijdens continue bronchusverwijdende behandeling lijkt de afname van de longfunctie te versnellen zonder dat patiënt dit ervaart.
Reacties