Sonomarkers: subtiele echoscopische bevindingen op de 20-wekenecho, die zwak correleren met enkele chromosomale en niet-chromosomale afwijkingen bij de foetus

Klinische praktijk
E.W.M. Grijseels
T.E. Cohen-Overbeek
P.N. Adama van Scheltema
I.A.L. Groenenberg
E.M. Schoonderwaldt
E.A.P. Steegers
H.I.J. Wildschut
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2225-31
Abstract

Samenvatting

- In Nederland wordt tegenwoordig aan elke zwangere vrouw structureel echoscopisch onderzoek (SEO) aangeboden dat gericht is op de detectie van foetale structurele afwijkingen. Gewoonlijk vindt het SEO plaats bij een zwangerschapsduur van 18-22 weken.

- Tijdens het SEO kunnen als nevenbevinding zogenaamde sonomarkers worden gezien. Het gaat om subtiele echoscopische bevindingen, die vaak tijdelijk zijn en op zichzelf niet als een afwijking worden beschouwd.

- Het belang van sonomarkers is dat ze kunnen wijzen op de aanwezigheid van foetale afwijkingen, met name aneuploïdie. Dit leidt tot onzekerheid bij zwangere vrouwen en zorgverleners.

- In de literatuur is informatie te vinden over de sterkte van het verband tussen sonomarkers, als geïsoleerde bevinding, en de aanwezigheid van foetale afwijkingen.

- Bij naar schatting 5 van de zwangere vrouwen kunnen tijdens het SEO één of meer sonomarkers worden gevisualiseerd.

- 4 sonomarkers, namelijk echodense focus in het hart, hyperechogeen darmpakket, geringe ventriculomegalie en kort femur, zijn gerelateerd aan trisomie 21. Gezien de lage prevalentie van downsyndroom in de algemene populatie en het relatief zwakke verband met trisomie 21 is de positief voorspellende waarde van deze markers heel laag. Dat geldt ook voor plexus-choroideuscysten, die gerelateerd zijn aan trisomie 18.

- Enkele sonomarkers (hyperechogeen darmpakket, geringe ventriculomegalie en kort femur) gaan behalve met chromosomale ook samen met niet-chromosomale afwijkingen. Pyelectasie en 2 in plaats van 3 vaten in de navelstreng houden uitsluitend verband met niet-chromosomale afwijkingen.

- Aanbevolen wordt om vóór het SEO zwangere vrouwen op de hoogte te brengen van de aard en de eventuele consequenties van de bevindingen bij dit onderzoek.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2225-31

Auteursinformatie

Erasmus MC-Centrum, afd. Verloskunde en Vrouwenziekten, subafd. Verloskunde en Prenatale Geneeskunde, Dr.Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Mw.dr.E.W.M.Grijseels, mw.drs.T.E.Cohen-Overbeek, mw.dr.I.A.L.Groenenberg en hr.drs.E.M.Schoonderwaldt, artsen; hr.prof.dr.E.A.P.Steegers en hr.dr.H.I.J.Wildschut, gynaecologen.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Leiden.

Mw.drs.P.N.Adama van Scheltema, arts.

Contact hr.dr.H.I.J.Wildschut (h.wildschut@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H.I.J.
Wildschut

Rotterdam, oktober 2008,

De woorden ‘echorijk’, ‘echodens’ en ‘(hyper)echogeen’ zijn synoniem en staan geen van alle in Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Ze moeten daarom als neologismen worden beschouwd. Deze begrippen hebben alle standaard betrekking op het echobeeld dat ontstaat na reflectie van de ultrageluidsgolven die worden uitgezonden door het piëzo-elektrisch element in de transducer. In tegenstelling tot wat collega Gorter van Wagtendonk hierover opmerkt, wordt het echobeeld bij de genoemde bevindingen niet gekenmerkt door ‘een grote helderheid’, maar door een witte structuur, een ‘dichtheid’ (Engels: ‘density’). Een grote helderheid op het beeldscherm wordt gewoonlijk beschreven als ‘echoloos’, ‘translucent’ of, zoals Gorter van Wagtendonk wil, ‘echoarm’.

H.I.J. Wildschut
E.W.M. Grijseels