Zie ook de artikelen op bl. 284, 286, 289, 294, 296, 300, 307 en 315.
Inleiding
In de vroege ochtend van de 2e juli van het jaar 1843 blies in een statig herenhuis aan de Rue de Milan in Parijs Samuel Hahnemann zijn laatste adem uit, in de vaste overtuiging het raadsel van ziekte en gezondheid voor eens en altijd doorgrond te hebben. Een halve eeuw lang was hij – met het klimmen der jaren steeds dogmatischer en onbuigzamer – de spil geweest in het debat over homeopathie, het mikpunt van de spot van de academische medische wereld, verafgood door volgelingen en steeds meer geïsoleerd van kritische medestanders, die hij zelf bitter ‘Halbhomöopathen’ noemde. Geschriften over Samuel Hahnemann zijn vrij talrijk, maar meestal òf hagiografisch òf ridiculiserend. Voor recent wetenschapshistorisch onderzoek zijn enkele bronnen beschikbaar.1-3 Het werk van Haehl, hoewel afkomstig uit de homeopathische hoek, is door zijn…
(Geen onderwerp)
Amsterdam, februari 1994,
Het is jammer dat in het overigens voortreffelijke artikel van De Goeij (1994;310-4) geen verwijzing is naar het Nederlandse homeopathische standaardwerk van De Jongh.1 Toen deze pas afgestudeerd was, vond hij dat er in de medische opleiding te weinig aandacht werd besteed aan deze leer en hij begon daarom (uit nieuwsgierigheid en met iets van sympathie) een studie die na jaren tenslotte eindigde in een proefschrift van niet minder dan 479 pagina's en 746 literatuurverwijzingen. In dit zeer goed geschreven, grondige, objectieve werkstuk, dat de leer van de homeopathie totaal vernietigde, kan men alles over deze Germaanse mystiek (of dogmatiek) vinden, ook de geschiedenis en de eeuwenlange voorgeschiedenis van dit praktische geloof tot op heden.
Jongh DK de. Kritische beschouwingen over de homeopathie. Amsterdam: Noord-Hollandse uitgeversmaatschappij, 1943.