Samenvatting
Doel
Evaluatie van actieve implementatie van de CBO-richtlijn voor de diagnostiek van longembolie in een perifeer opleidingsziekenhuis, met analyse van redenen om van deze richtlijn af te wijken.
Opzet
Deels retrospectief, deels prospectief.
Methode
Alle opeenvolgende verwezen patiënten met een klinisch vermoeden van longembolie bij wie perfusiescintigrafie werd verricht, werden geïncludeerd in de studie. Wij onderzochten in het jaar vóór (juli 1999-juni 2000; n = 384) en na actieve implementatie (juli 2000-juni 2001; n = 380) in hoeverre de CBO-richtlijn gevolgd werd. Verder bekeken wij bij de prospectieve cohort waarom de diagnostiek niet werd afgerond.
Resultaten
Na een ‘non-high-probability’-ventilatie-perfusiescan werd vóór implementatie bij 23/117 (20) en daarna bij 50/109 (46) patiënten de richtlijn adequaat afgerond. Bij respectievelijk 27 en 60 werd duplexechografisch onderzoek van de benen verricht naar diepe veneuze trombose. Bij 65 en 70 werd na een niet-afwijkende echografie-uitslag A.-pulmonalisangiografie verricht. Belangrijke oorzaken voor het niet afronden van diagnostiek naar longembolie waren klinische onwaarschijnlijkheid (41, zonder goede alternatieve diagnose), een alternatieve diagnose (36; ‘pneumonie’, ‘decompensatio cordis’, ‘maligniteit’) en terughoudendheid met A.-pulmonalisangiografie. De leeftijd van de patiënten bij wie de richtlijn werd nageleefd was gemiddeld lager (51 jaar) dan bij wie werd afgeweken van de richtlijn (65 jaar; p < 0,001). Het risico om diagnostiek niet volgens richtlijn af te ronden was een factor 6 verhoogd bij een patiënt ≥ 80 jaar vergeleken bij een patiënt < 40 jaar, terwijl bij patiënten ≥ 65 jaar niet vaker een alternatieve diagnose gesteld werd.
Conclusie
Het opvolgen van de CBO-richtlijn voor diagnostiek van longembolie leidde weliswaar tot een aanzienlijke toename van adequate diagnostiek, maar bij de helft van de patiënten met een niet-conclusieve longscan werd de diagnostiek niet afgerond. Belangrijke oorzaken hiervoor waren de hoge leeftijd van de patiënt, alternatieve diagnosen en terughoudendheid met A.-pulmonalisangiografie.
Reacties