Progestageenhoudend implantaat (Implanon); wie is waarvoor verantwoordelijk?

Opinie
W.J.H.M. van den Bosch
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1758-60
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1785.

Voor het regelen van anticonceptie via het continu toedienen van progestagenen zijn er verschillende methoden. Voor een betrouwbare anticonceptie is een redelijk stabiele spiegel van het progestageen in het lichaam noodzakelijk. Dan is de kans op ‘ontsnappingsovulaties’ het laagst en het effect op de toegankelijkheid van het cervixslijm het grootst. Het dagelijks innemen van een tabletje (de ‘minipil’) bleek voor veel vrouwen een te grote mate van discipline te vragen. Daarom is al snel de intramusculaire toediening van een depotpreparaat ontwikkeld (de ‘prikpil’). Het nadeel van deze laatste methode was dat er 3 maanden na de laatste toediening onzekerheid over bestond wanneer de normale cyclus hersteld was (gemiddeld 9 maanden).

Het subcutaan implanteerbare etonogestrelhoudende staafje (Implanon) en de levonorgestrelhoudende spiraal zijn nieuwe methoden. Bij het verwijderen van deze spiraal herstelt de cyclus zich vrijwel onmiddellijk, bij het staafje gemiddeld na 3 maanden. Vooral…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Huisartsgeneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Hr.prof.dr.W.J.H.M.van den Bosch, huisarts

(w.vandenbosch@hag.umcn.nl).

Contact (w.vandenbosch@hag.umcn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties