Iedereen die ooit dienst heeft gedaan voor een intern specialisme kent het volgende scenario. Even na zessen belt het lab: de kaliumwaarde van deze poliklinische patiënt is 6,7 mmol/l. Vervolgens toch maar het zekere voor het onzekere nemen. Patiënt gaat halsoverkop van de aardappels naar de Spoedeisende Hulp, waar een arteriële bepaling een kaliumconcentratie van 6,0 mmol/l laat zien en het hartfilmpje niet afwijkend is. Het beleid is een recept natriumpolystyreensulfonaat en ontslag.
Dé complicatie van hyperkaliëmie is een hartritmestoornis. Dit komt meestal pas voor bij kaliumspiegels boven de 6,5 mmol/l.1 Vaker heeft vooral de dokter 'last' van hyperkaliëmie: een kaliumconcentratie van 5,0-6,5 mmol/l maakt onrustig. Toch doen we dit onszelf aan. Naast nierfalen wordt hyperkaliëmie namelijk meestal veroorzaakt door het voorschrijven van medicijnen die het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) remmen. RAAS-remmers hebben hun meerwaarde bewezen, maar hyperkaliëmie beperkt de mate waarin ze voorgeschreven kunnen worden. Het acute risico van hyperkaliëmie…
Reacties