Samenvatting
Bij patiënten bij wie diep veneuze trombose wordt vermoed, wordt in Nederland, naast de diagnose op alléén klinische gronden, gebruik gemaakt van objectieve diagnostische methoden. Uitgaande van een uniforme behandelingswijze met eerst intraveneuze heparinisatie in het ziekenhuis en anticoagulantia per os gedurende drie maanden, verrichtten wij in een groep van 100 door de huisarts verwezen patiënten een kosten-effectiviteitsanalyse van uitsluitend klinische diagnostiek, flebografie en herhaalde impedantieplethysmografie. De kosten-effectiviteit van herhaalde impedantieplethysmografie (per verwezen patiënt ƒ 1668,-) bleek zeer hoog te zijn, gevolgd door flebografie (per verwezen patiënt ƒ 2016,-). De kosten-effectiviteit van uitsluitend klinische diagnostiek is bijzonder laag (per verwezen patiënt ƒ 4162,-). Klinische diagnostiek met grotendeels thuisbehandeling zonder ziekenhuisopname (65 van de patiënten resulteert niet in een aanzienlijke kostenbesparing in vergelijking met objectieve diagnostiek en heeft als groot nadeel de onnodige behandeling van meer dan 50 van de patiënten. De kosten per verwezen patiënt zijn ƒ 1614,-. Uit het oogpunt van optimale objectieve diagnostiek bij de patiënt met symptomen lijkt de kosten-effectiviteit van herhaalde IPG op dit moment het grootst te zijn.
Reacties