Inleiding
Door toename van ons inzicht in de pathogenese van reumatoïde artritis (RA) en door de vooruitgang in de biotechnologie kunnen wij, gebruikmakend van biologische agentia, gericht interveniëren in ontstaansmechanismen van deze ziekte. Het klinisch gebruik van dergelijke agentia – bijvoorbeeld monoklonale antistoffen (MA) of eiwitten die met behulp van recombinant-DNA-technologie worden aangemaakt, waaronder cytokinen, cytokinereceptoren en receptorantagonisten – wordt veelal aangeduid als immuuntherapie.
In de behandeling van auto-immuunziekten zoals RA kunnen twee therapeutische benaderingen worden onderscheiden. De eerste is het uitschakelen van onderdelen van het immuunsysteem. Door het inactiveren van ontsteking-stimulerende cytokinen of door het blokkeren van de verschillende moleculen aan het oppervlak van lymfocyten probeert men de ziekmakende immuunrespons af te remmen. Het gaat hier om moleculen die nodig zijn voor celactivering, voor interactie met andere cellen en voor migratie. Met de tweede, potentieel aantrekkelijkere benadering wordt geprobeerd te voorkomen dat autoreactieve lymfocyten geactiveerd raken na herkenning van…
Reacties