Het risico op kanker voor bewoners van Weurt

Onderzoek
J.A.A.M. van Dijck
J.C.M. Hendriks
A.L.M. Verbeek
L.A.L.M. Kiemeney
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:828-35
Abstract

Samenvatting

Doel

Analyse van het risico op kanker voor bewoners van Weurt, een dorp bij Nijmegen, met gebruik van gegevens over een lange periode (13 jaar).

Opzet

Clusteranalyse.

Methode

De kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Oost verschafte anonieme gegevens over nieuwe patiënten met kanker in de jaren 1989-2001 in de regio van circa 1 miljoen inwoners. Populatiegegevens per postcodegebied werden verkregen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor alle 263 postcodegebieden werden ratio's berekend van waargenomen en verwachte aantallen kankergevallen (ruwe gestandaardiseerde-ziekteratio's; SMR's). Een Bayesiaanse analyse met een ‘random’-effecten-Poisson-model met ruimtelijke correlatie werd toegepast om de SMR's te corrigeren voor de kankerincidentie in buurgebieden.

Resultaten

Het totale aantal gevallen van kanker in de jaren 1989-2001 in Weurt was 97 bij mannen en 70 bij vrouwen en in het gehele gebied 58.126. Voor Weurt was de gecorrigeerde SMR voor mannen 1,18 (95-BI: 0,95-1,44) en voor vrouwen 1,10 (95-BI: 0,86-1,39). Voor longkanker was de gecorrigeerde SMR bij mannen 1,35 (95-BI: 0,88-1,94) en bij vrouwen 1,00 (95-BI: 0,29-2,13). Ook de andere vormen van kanker waren niet statistisch significant vaker gediagnosticeerd in Weurt.

Conclusies

Hoewel ze gebaseerd zijn op een relatief klein aantal diagnosen in Weurt, suggereren deze resultaten dat er geen echt kankercluster was. De incidentie van longkanker bij mannen leek enigszins verhoogd, maar de normale incidentie bij vrouwen suggereert dat, naast toeval, leefstijl of arbeidsomgevingsfactoren meer voor de hand liggende oorzaken waren dan woonomgeving. Bij vermeende kankerclusters zoals de casus Weurt wordt aanbevolen alleen bij specifieke hypothesen over oorzaken voor specifieke vormen van kanker dergelijke clusteranalysen te doen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Epidemiologie en Biostatistiek, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Mw.dr.J.A.A.M.van Dijck (tevens: Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen) en hr.prof.dr.L.A.L.M.Kiemeney, epidemiologen (tevens: afd. Urologie); hr.dr.J.C.M.Hendriks, statisticus; hr.prof.dr.A.L.M.Verbeek, arts-epidemioloog.

(b.kiemeney@epib.umcn.nl).

Contact hr.prof.dr.L.A.L.M.Kiemeney (b.kiemeney@epib.umcn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, april 2004,

De conclusie van Van Dijck et al. dat de toegenomen kankerincidentie niet toe te schrijven is aan de luchtvervuiling met dioxinen omdat de kankerincidentie niet toenam bij vrouwen, vind ik erg kort door de bocht (2004:828-35). Misschien zijn vrouwen minder gevoelig voor de betreffende carcinogene stoffen of komen mannen meer in de buitenlucht door hun hobby's, reizen naar werk en het werken zelf (bijvoorbeeld bij de plantsoenendienst). Ik vind 35% toename van kanker voor mannen heel hoog. Is er iets bekend over toegenomen bloedingen bij pasgeborenen als gevolg van de afbraak van vitamine K door dioxinen in de moedermelk?

B.G.M. Grooff