Hepatitis-A-epidemie in Heerlen, eind 1996; het belang van immunisatie van migrantenkinderen

Description of a local epidemic of hepatitis A in 1996 in Heerlen, the Netherlands.

Design

Descriptive.

Setting

Regional Health Service Oostelijk Zuid-Limburg, Heerlen, the Netherlands.

Method

Semistructured questions were asked by telephone of patients, patients' parents, general practitioners, the day-care centre manager and the head of the primary school, to collect information about cases.

Results

In the last four months of 1996, 41 persons (23 children and 18 adolescents and adults) were infected in a city of some 50.000 inhabitants. The primary case was most likely a three-year-old boy from Moroccan parents, who prior to his disease had visited his family in Morocco and although non-immune had not been immunised. From the boy's family the virus spread to a day-care centre and a primary school. In this epidemic patients of 15 different general practitioners were affected. An intervention with hepatitis A immunoglobulin in the day-care centre and primary school and immunoglobulin prophylaxis in affected families was effective in halting the epidemic.

Conclusion

Special attention is needed for immunisation of children of travelling immigrant parents. Immunoglobulin prophylaxis in affected families and notification of cases to the regional health institute by general practitioners may prevent cases. Serological notification by the regional laboratory as well as notification of infectious diseases by day-care centres and schools will add to the regional infection surveillance and control.

Samenvatting

Doel

Beschrijving van een hepatitis-A-epidemie eind 1996 in Heerlen.

Opzet

Descriptief.

Plaats

GGD Oostelijk Zuid-Limburg, Heerlen.

Methode

Door middel van semi-gestructureerde vragen aan de patiënten, de ouders van patiënten, de huisartsen, het personeel van het kinderdagverblijf en het hoofd van de nabijgelegen basisschool werden telefonisch gegevens verzameld van de ziektegevallen.

Resultaten

In de laatste 4 maanden van 1996 werden 41 personen (23 kinderen en 18 adolescenten en volwassenen) besmet in een stad met ongeveer 50.000 inwoners. Het primaire geval betrof een 3-jarige peuter van Marokkaanse ouders die vóór zijn ziekte ongeïmmuniseerd op vakantie in Marokko was geweest. Waarschijnlijk introduceerde hij via zijn gezin hepatitis A op een kinderdagverblijf en een basisschool. Bij deze epidemie waren patiënten van 15 verschillende huisartsen betrokken. De zich voortslepende epidemie werd tot staan gebracht door stringent toegepaste profylaxe met behulp van immunoglobuline in gezinnen alsmede op het kinderdagverblijf en de basisschool.

Conclusie

Er is extra aandacht nodig voor de immunisatie van migrantenkinderen die op reis gaan naar het ouderlijk land. Aangifte van klinische hepatitis-A-gevallen aan de GGD gevolgd door vroeg ingestelde gezinsprofylaxe met immunoglobuline kan ziektegevallen voorkomen. Meldingen door streeklaboratoria en door instellingen als kinderdagverblijven en scholen zijn een zeer goede aanvulling op het aangiftesysteem.