Samenvatting
Micro-epidemie
Bij een kind werd fatale meningo-encephalitis tuberculosa vastgesteld, hetgeen werd gemeld bij de Gemeenschappelijke Geneeskundige Dienst Westelijke Mijnstreek te Geleen. Door het gebruikelijke bron- en contactonderzoek (ringonderzoek) werd de bron van de infectie niet gevonden. Bij een persoon uit hetzelfde dorp was eerder longtuberculose vastgesteld, maar een duidelijk verband tussen beide gevallen ontbrak. Met behulp van DNA-‘fingerprinting’ werd een cluster van patiënten gedefinieerd die besmet waren met genotypisch dezelfde bacteriën en tot wie ook het kind met meningo-encefalitis behoorde en de longtuberculosepatiënt; zodoende werd de besmettingsbron van het kind met vrijwel volledige zekerheid vastgesteld. In totaal werden bij bron- en contactonderzoek 950 personen onderzocht: bij 35 werd een recente besmetting met Mycobacterium tuberculosis vastgesteld; 4 van deze personen leden aan een vorm van primotuberculose.
Epicrise
Zeer infectieuze tuberculeuze patiënten, bij wie de ziekte lang ongediagnosticeerd blijft, veroorzaken besmettingen tijdens toevallige, vluchtige ontmoetingen die door conventioneel contactonderzoek niet kunnen worden getraceerd. DNA-fingerprinting speelt daarom een belangrijke rol bij het contactonderzoek op tuberculose. Vroegtijdige diagnostiek en behandeling van patiënten met besmettelijke tuberculose is belangrijker om de transmissie van M. tuberculosis in Nederland te beperken dan het screenen van risicogroepen.
Reacties