Een epidemie van gastro-enteritis door een Norwalk-achtig virus na twee bruiloften in een restaurant; een pleidooi voor integraal microbiologisch onderzoek

To elucidate the cause of an epidemic of gastroenteritis amongst the guests and waiting staff of two weddings celebrated on the same day in the same restaurant.

Design

Retrospective and descriptive.

Method

Following an outbreak of gastroenteritis amongst 215 wedding guests and restaurant staff in 1999, the Public Health Institute Midden-Limburg, the Netherlands, inventoried the demographic and clinical variables and consumed foods by means of a structured written interview. Faecal samples and remaining food products were bacteriologically examined, and later on faeces were virologically examined for the presence of the Norwalk-like virus (NLV). The attack rates and the incidence rates of NLV-positive faecal specimens amongst consumers and non-consumers of specific food products were calculated, as well as the corresponding relative risks with 95 confidence intervals.

Results

The overall attack rate was 66. An NLV with the same genotype was found statistically significantly more frequently in faecal specimens of ill persons compared with non-ill individuals. Of the 61 different dishes served, two showed a statistically significant relation with being ill. These food products were eaten by 26 of the ill persons. No statistically significant association was found between NLV-positive faeces and consumption of a specific dish. The index case began having symptoms of gastroenteritis at the morning of the wedding party, before food was served. The guests of the two wedding parties used the same entrance and toilets.

Conclusion

The epidemic was caused by a single NLV strain. No association could be found between the consumption of certain food products and being ill. The NLV epidemic was probably caused through direct or indirect contact between wedding guests and restaurant personnel. In the case of such reports of gastroenteritis epidemics, it is strongly recommended to test faecal, food product and environment samples for both bacteria and viruses, with an emphasis on NLV, to ensure early diagnosis.

Samenvatting

Doel

Het achterhalen van de oorzaak van een epidemie van gastro-enteritis onder de gasten en het bedienend personeel na 2 bruiloften die op dezelfde dag in één restaurant werden gevierd.

Opzet

Retrospectief en descriptief.

Methode

Naar aanleiding van een uitbraak van gastro-enteritis onder 215 bruiloftsgasten en restaurantpersoneel in 1999 inventariseerde de Gewestelijke Gezondheidsdienst Midden-Limburg met een gestructureerde schriftelijke vragenlijst demografische gegevens, klinische verschijnselen en genuttigde voedselsoorten. Feces en voedselrestanten werden eerst bacteriologisch onderzocht; later werden de feces op de aanwezigheid van Norwalk-achtig (‘Norwalk-like’) virus (NLV) onderzocht. De ziektepercentages en de frequenties van NLV-positieve uitslagen onder gebruikers en niet-gebruikers van specifieke voedselsoorten, en de relatieve risico's met 95-betrouwbaarheidsintervallen werden berekend.

Resultaten

De ziektefrequentie bedroeg 66. Een NLV met één genotype werd statistisch significant vaker in feces van zieken dan van niet-zieken aangetroffen. Er werden 61 verschillende gerechten geserveerd, waarvan 2 een statistisch significante relatie vertoonden met ziekte. Hiervan werd door 26 van de zieken gegeten. Er was geen significant verband tussen het nuttigen van een specifiek gerecht en NLV-positieve feces. De indexpersoon kreeg gastro-enteritis op de ochtend van de bruiloft vóórdat het voedsel werd geserveerd. De twee groepen bruiloftsgasten maakten gebruik van dezelfde ingang en toiletgroep.

Conclusie

De epidemie werd veroorzaakt door één NLV-stam. Er werd geen verband gevonden tussen bepaalde typen voedsel en de ziekte. Waarschijnlijk werd het virus verspreid door direct of indirect contact tussen de bruiloftsgasten onderling en het restaurantpersoneel. Bij dit soort meldingen van epidemieën van gastro-enteritis is het aan te bevelen om feces-, voedsel- en omgevingsmonsters tegelijkertijd bacteriologisch en virologisch te onderzoeken, in het bijzonder op NLV, om de diagnose zo snel mogelijk te kunnen stellen.