Samenvatting
Doel
Vaststellen van het reisgedrag van Amsterdammers naar leeftijd en etniciteit, evenals het bereik van reizigersadvisering, in het bijzonder over vaccinatie tegen hepatitis A voor Turkse en Marokkaanse kinderen.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
Bij 2000 Amsterdammers werd in de periode oktober 1999-november 2000 een gezondheidsenquête afgenomen over het inwinnen van reisadviezen. Ook werden aan 429 Turkse en Marokkaanse ouders vragen gesteld over de vaccinatie van hun kinderen tegen hepatitis A bij een reis naar het land van herkomst.
Resultaten
Eenderde van de Amsterdammers was in de 3 jaar voor het interview in een risicoland geweest wat betreft ziekten zoals malaria en hepatitis A. Veel reizigers (18) gingen naar Azië, Midden- of Zuid-Amerika, en Afrika; 12 ging naar het Midden-Oosten of Noord-Afrika. Eenderde van de reizigers had advies ingewonnen bij de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam. Verder wonnen veel reizigers (10) advies in bij de huisarts. Een aanzienlijke groep (38) had geen reisadvies ingewonnen. Bijna eenderde van de reizigers ging naar het land van herkomst, vooral Turkse en Marokkaanse Amsterdammers. 70 van de Turkse en Marokkaanse reizigers had geen reisadvies ingewonnen. Meer dan de helft van de Turkse en Marokkaanse Amsterdammers had hun kinderen niet laten vaccineren tegen hepatitis A bij een reis naar het land van herkomst.
Conclusie
Eenvijfde van de autochtone Nederlanders kreeg geen reisadvies en meer dan de helft van Turkse en Marokkaanse kinderen was bij een reis naar het herkomstland niet gevaccineerd tegen hepatitis A.
Reacties