Samenvatting
Als een arts een experimentele behandeling uitvoert met als enige overweging het belang van de patiënt, dus zonder een wetenschappelijk doel, valt dit niet onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO), maar onder de in het Burgerlijk Wetboek neergelegde bepalingen inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Als hij of zij daarbij afwijkt van de professionele standaard en de geldende protocollen en richtlijnen, moet hij dat kunnen verantwoorden. De WMO is toepasselijk zodra er behandeling plaatsvindt binnen de context van een onderzoeksprotocol of wanneer er handelingen plaatsvinden zoals randomiseren en het verwijderen van extra weefsel. Dan moet worden voldaan aan de eisen van medisch-ethische toetsing en schriftelijk informed consent.
Reacties