De afgelopen jaren zijn meerdere biobankprojecten in Nederland van start gegaan. Het belang voor medisch-wetenschappelijk onderzoek van deze grootschalige verzamelingen van lichaamsmateriaal, met daaraan gekoppelde medische, genetische en andere gegevens, wordt breed onderschreven.1 De huidige wet- en regelgeving schiet echter tekort vooral wat betreft de omgang met prospectief opgezette verzamelingen. Nieuwe, aparte wetgeving, de Wet Zeggenschap Lichaamsmateriaal (WZL), en een herziene gedragscode voor onderzoekers, de Code Goed Gebruik van lichaamsmateriaal, zijn daarom in de maak. Ook gaan er stemmen op voor een herziening van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO).2,3 In internationaal verband bestaan inmiddels vele ethische en juridische richtsnoeren.4,5
Parelsnoer Initiatief De voorwaarden waaronder biobanken opereren dienen helder te zijn voor alle betrokkenen. Het Parelsnoer Initiatief (PSI) was voor zowel onderzoekers als medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) een belangrijke leerschool op dat gebied. Het PSI is een project van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra…
Toetsing van biobanken
Het is voor een betrekkelijke buitenstaander interessant te lezen wat de juridische implicaties zijn van het opzetten van een nieuw verschijnsel als Biobanken. En dat je probeert na verloop van tijd, bij ondervonden problemen, weer op éen lijn tekomen.
De leesbaarheid van een artikel wordt echter groter door van te voren even te letten op het gebruik van afkortingen. Het gebruik van afkortingen in de wetenschap, en dus ook in de geneeskunde neemt toe, wat het begrip niet altijd ten goede komt. Vooral wanneer men zich in verschillende specialismen van identieke lettercodes gaat bedienen.
Zo ook in dit artikel: als huisarts ben ik gewend de lettercode WMO voorbij te zien komen als staande voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, en was dus even verbaasd deze code te zien terugkomen in een artikel over Biobanken. Daar betekent het dus Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek bij mensen...
Dick van 't Veer, huisarts