Dominant circulerend virustype en match met vaccinstam zijn bepalend

Effectiviteit van influenzavaccinatie in Nederland*

Onderzoek
Eva van Doorn
Maryam Darvishian
Frederika Dijkstra
Maarten J. Bijlsma
Gé A. Donker
Marit M.A. de Lange
Laura M. Cadenau
Eelko Hak
Adam Meijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1648
Abstract

Samenvatting

Doel

Het onderzoeken van de relatie tussen de circulerende influenza A-virustypes en influenza B-lijnen, de ‘match’ hiervan met het vaccin en de effectiviteit van het influenzavaccin (‘influenza vaccine effectiveness’, IVE).

Opzet

Test-negatief patiënt-controleonderzoek.

Methode

We maakten gebruik van gegevens van de peilstations van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn. Huisartsen die deelnemen aan de peilstations nemen neus- en keelmonsters af voor virologisch onderzoek bij patiënten met een influenza-achtig ziektebeeld of een andere acute respiratoire infectie. ‘Patiënten’ (‘cases’) waren degenen bij wie het monster positief was voor influenzavirus en controles waren degenen bij wie het monster negatief was voor influenzavirus. We bepaalden de IVE in 11 influenzaseizoenen (2003/2004-2013/2014), van alle seizoenen samen, en gestratificeerd naar influenzavirustype en naar vaccinmatch of -mismatch.

Resultaten

De IVE over alle seizoenen was 29% (95%-BI: 11-43). In 7 van de 11 seizoenen was er een mismatch tussen vaccin en circulerend virustype. De IVE was 40% (95%-BI: 18-56) voor de seizoenen waarin er een vaccinmatch was en 20% (95%-BI: -5-38) voor de seizoenen met een mismatch. Wanneer het influenza A/H3N2-virus domineerde was de IVE 38% (95%-BI: 14-55). De IVE tegen influenza A/H1N1- en A/H1N1/pdm09-virus en tegen beide influenza B-viruslijnen was respectievelijk 77% (95%-BI: 37-92), 47% (95%-BI: 22-64) en 64% (95%-BI: 50-74).

Conclusie

De IVE was vooral laag wanneer er een mismatch was tussen het vaccin en het circulerende virustype en wanneer A/H3N2 het dominante influenzasubtype was.

Auteursinformatie

* Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in PLoS One (2017;12: e0169528) met als titel ‘Influenza vaccine effectiveness in the Netherlands from 2003/2004 through 2013/2014: the importance of circulating influenza virus types and subtypes’. Afgedrukt met toestemming.

Rijksuniversiteit Groningen, Groningen Research Institute of Pharmacy, afd. Farmacotherapie, -Epidemiologie en -Economie, Groningen.

Drs. E. van Doorn, farmaceut; dr. M. Darvishian, epidemioloog (tevens: UMCG (afd. Epidemiologie), British Colombia Centre for Disease Control en School of Population and Public Health, University of British Colombia, Vancouver, Canada); dr. E. Hak, klinisch farmaco-epidemioloog. RIVM, Bilthoven.

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten: drs. F. Dijkstra en drs. M.M.A. de Lange, epidemiologen.

Centrum Infectieziekten onderzoek, diagnostiek en screening: dr. A. Meijer, viroloog. Max Planck Institute for Demographic Research, Laboratory of Population Health, Rostock, Duitsland.

Dr. M.J. Bijlsma, statisticus.

NIVEL, afd. Peilstations, Utrecht.

Dr. G.A. Donker, huisarts.

VU medisch centrum, afd. Medische Microbiologie en Infectiepreventie, Amsterdam.

Drs. L.M. Cadenau, epidemioloog.

Contact drs. E. van Doorn (e.van.doorn@rug.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Eva van Doorn en Maryam Darvishian hebben gelijkwaardig bijgedragen aan dit artikel en delen het eerste-auteurschap.

Auteur Belangenverstrengeling
Eva van Doorn ICMJE-formulier
Maryam Darvishian ICMJE-formulier
Frederika Dijkstra ICMJE-formulier
Maarten J. Bijlsma ICMJE-formulier
Gé A. Donker ICMJE-formulier
Marit M.A. de Lange ICMJE-formulier
Laura M. Cadenau ICMJE-formulier
Eelko Hak ICMJE-formulier
Adam Meijer ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties