Samenvatting
De influenza-epidemie van 2006/’07 begon laat in het seizoen, evenals de 2 voorgaande influenza-epidemieën. De klinische influenza-activiteit bereikte in week 8 van 2007 een bescheiden hoogtepunt. De betrokken virussen waren zoals gewoonlijk voornamelijk van het subtype A/H3N2 en in mindere mate A/H1N1 en B. Er bleek een nieuwe influenza A/H1N1-virusvariant te zijn verschenen, een gebeurtenis die zich gemiddeld ongeveer eens in de 10 jaar voordoet. Bijna alle A/H1N1-virusisolaten waren echter nog van de oude variant en leken goed op het vaccinvirus. De A/H3N2-virusisolaten leken af te wijken van de vaccinstam, maar na antigene cartografische analyse en correctie voor lage aviditeit bleken de verschillen niet significant. De weinige type B-virusisolaten behoorden tot de B/Yamagata/16/88-lijn, terwijl het gebruikte B-vaccinvirus van de B/Victoria/2/87-lijn afstamde. Het vaccin zal derhalve vrijwel optimale bescherming hebben geboden tegen de epidemische A/H1N1- en A/H3N2-virussen, maar niet tegen de B-virussen. Voor het influenzaseizoen 2007/’08 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de volgende vaccinsamenstelling aanbevolen: A/Solomon Islands/3/06 (H1N1) (nieuw), A/Wisconsin/67/05 (H3N2) en B/Malaysia/2506/04.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2158-65
Reacties