Een mijt van stand

Wim Opstelten
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2302

artikel

De spreekkamer van de huisarts is een klankkast van maatschappelijk rumoer. De verkiezingsuitslag, veiligheid op straat, almaar stijgende prijzen in de supermarkt, klimaatzorgen… het komt allemaal voorbij.

Ook veel zorgvragen lijken mee te deinen op de golven van maatschappelijke trends. Zo zijn er de laatste jaren steeds meer verzoeken naar ADHD-diagnostiek en komen vragen omtrent genderidentiteit prominenter aan de orde dan voorheen. Heel concreet zien we die verandering van zorgvragen natuurlijk bij infectieziekten, waarvan we de laatste jaren meerdere uitbraken beleefden: bof, mazelen, de Mexicaanse griep en uiteraard, met grote wereldwijde impact, covid-19.

‘Schurft is salonfähig geworden’

Bij deze inmiddels indrukwekkende rij van keurige infectieziekten heeft zich recentelijk een wat slonzige nieuwkomer gevoegd: schurft. De opmars van de scabiësmijt gaat gepaard met een opmerkelijke rehabilitatie. Was schurft voorheen een aandoening die geassocieerd werd met dubieuze hygiënische omstandigheden en wat duistere seksuele praktijken, tegenwoordig is het een hinderlijke kwaal van álle sociale milieus. Onlangs meldde zich een nette heer van stand die zonder enige gêne schurft op nummer 1 van zijn zelfgegoogelde differentiaaldiagnose van jeuk had gezet. Schurft is salonfähig geworden en op verjaardagsfeestjes hoeft het onderwerp niet meer gemeden te worden.

De bestrijding van het beestje is relatief eenvoudig, maar wel een gedoe: van top tot teen insmeren en dat na een week nog eens herhalen. En dat is natuurlijk niet prettig in een tijd waarin we vooral simpel en snel van onze klachten verlost willen zijn. Maar heel snel verdwijnen de klachten niet, ook niet met meer patiëntvriendelijke pillen. Het duurt gewoon even voordat de jeuk over is.

Duidelijke aanwijzingen voor resistentie tegen schurftmiddelen zijn er niet, maar veel ongeduldige patiënten hebben daar geen boodschap aan. Vandaar het vaak dwingende verzoek om nog maar wat pillen of simultaan smeren en slikken. En bij ieder volgend jeukend plekje wordt al snel naar de scabiësmijt gewezen. Patrick Kemperman en zijn collega’s laten echter zien dat de mijt echt niet altijd de boosdoenster is (D7812). Eerst maar eens rustig uitvragen en goed kijken. Tegen de stroom van het maatschappelijk ongeduld in.

Auteursinformatie

Contact Wim Opstelten (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties