Dames en Heren,
Bof is een ziekte die vroeger bijna alle kinderen trof. Na de invoering van de bofvaccinatie in 1987 daalde de incidentie drastisch, maar de laatste jaren worden, ook buiten Nederland, weer regelmatig bofuitbraken waargenomen, vooral onder studenten.1 Aan de hand van 3 patiënten bespreken wij het klinisch beeld, de diagnostiek, de behandeling en de veranderde epidemiologie van bof.
Patiënt A was een volledig tegen bof gevaccineerde 20-jarige vrouw. Zij bezocht haar huisarts met een sinds een dag bestaande zwelling van de linkerzijde van haar gezicht (figuur 1). Ze had verhoging, maar voelde zich niet ziek. De huisarts voelde een opgezette glandula parotis en dacht direct aan bof, aangezien hij die dag al 3 andere patiënten met bof had gezien. Om de diagnose te bevestigen nam hij speeksel af voor een nucleïnezuuramplificatie(RT-PCR)-test. Hij adviseerde patiënte zo nodig pijnstillers te gebruiken.
De volgende dag voelde patiënte zich zieker…
Reacties