Samenvatting
Het routinematige plaatsen van permanente metalen stents heeft geleid tot een verbetering van lange- en kortetermijneffecten van percutane coronaire interventie. Behandeling met de nieuwste generatie medicijnafgevende stents resulteert in een laag risico op re-stenose. Het antiproliferatieve medicijn dat deze stents afgeven, belemmert echter dat de stent bekleed raakt met endotheel. Hierdoor bestaat er een hoger risico op blootliggende stentdelen, die op hun beurt een hoger risico geven op stenttrombose. Er zijn aanwijzingen dat vaatwandondersteuning door een stent slechts tijdelijk noodzakelijk is. De permanente metalen stent zou dus op de lange termijn overbodig kunnen worden. Een biologisch oplosbare stent, ofwel het Bioresorbeerbare Vasculaire Scaffoldsysteem (BVS), die is gemaakt van zogenoemd ‘polymelkzuur’ en in 18-24 maanden volledig wordt geresorbeerd, is een nieuw alternatief. Men verwacht dat hiermee het risico op laat optredende stenttrombose verdwijnt. Theoretisch heeft de oplosbare stent ook een aanzienlijk voordeel voor patiënten die in de toekomst waarschijnlijk nogmaals een coronaire interventie moeten ondergaan. Bij deze patiënten kunnen metalen stents een belangrijke beperkende factor zijn.
Reacties