Zie ook het artikel op bl. 27.
Enige tijd geleden ontving ik het dossier van een patiënt die al geruime tijd niet meer werkte wegens depressiviteit. Het vuistdikke document bevatte elf rapporten van zes landelijk bekende psychiaters. Er was uitputtend psychiatrisch onderzoek verricht met grotendeels gelijkluidende bevindingen. De betrokken deskundigen hadden zich – ieder afzonderlijk – uitvoerig gebogen over de vraag of er een ‘stoornis’ bestond en, zo ja, welke. Dit resulteerde in vijf verschillende diagnosen conform de DSM-classificatie, variërend van ‘geen psychische stoornis’ tot ‘ernstige vitale depressie’. Hoewel de arbeidsgeschiktheid centraal stond, ontbrak een verslag over het werk van de patiënt, de belemmeringen die hij daarbij ervaren had en de oplossingen die hem voor ogen stonden. Er was dus geen probleemanalyse gemaakt. Zodoende vertoonde de argumentatie slechts een nuance tussen enerzijds ‘ziek, dus arbeidsongeschikt’ en anderzijds ‘niet ziek, dus arbeidsgeschikt’ met het voorspelbare ‘halve dagen’ als klassiek compromis…
Reacties