De incidentie van contrastnefropathie varieert van 15-42, bij patiënten met nierfunctiestoornissen, tot 23-92, bij patiënten met nierfunctiestoornissen en diabetes mellitus. Er is geen verschil aangetoond in de incidentie van contrastnefropathie bij gebruik van hoog-osmolaire geïoniseerde contrastmiddelen of laag-osmolaire niet geïoniseerde contrastmiddelen.1 Door toepassing van een ruim vochtbeleid tijdens de…
Contrastnefropathie bij preëxistente nierziekten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2141
Reacties