Inleiding
Het hoofddoel van de behandeling van patiënten met een gemetastaseerd mammacarcinoom is klachten of ziekteverschijnselen zo veel mogelijk te verminderen gedurende een zo lang mogelijke periode. Vaak zal dit eerst met hormonale therapie worden nagestreefd. Wanneer de kans op succes van hormonale therapie gering is of wanneer hormonale therapie heeft gefaald, zal palliatieve chemotherapie worden overwogen. De bekendste chemotherapieschema's zijn cyclofosfamide, methotrexaat en fluorouracil (CMF), cyclofosfamide en doxorubicine (CA), cyclofosfamide en epirubicine (CE) alsmede CA met fluorouracil (CAF) en CE met fluorouracil (CEF) (tabel 1).12 Met een dergelijk chemotherapieschema kan bij 45-80 van de patiënten partiële of zelfs complete remissie worden bewerkstelligd. Uit ten minste 6 gerandomiseerde onderzoeken is gebleken dat schema's die anthracyclinen (doxorubicine of epirubicine) bevatten tot een 10-20 hoger remissiepercentage leiden dan schema's die geen anthracyclinen bevatten.3-8 De toevoeging van anthracyclinen leidt echter tevens tot een grotere toxiciteit (onder andere een grotere…
Reacties