Ambulante continue intraveneuze infusie van fluorouracil: een haalbare palliatieve chemotherapie

Onderzoek
M.E.H.M. van Hoef
B.A. Zonnenberg
A. de Graeff
A.W.M. van Milligen de Wit
P. Tjia
J.P. Neijt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:563-7
Abstract

Samenvatting

In het Academisch Ziekenhuis te Utrecht startte de divisie Medische Oncologie een studie naar de haalbaarheid en toxiciteit van ambulante continue intraveneuze infusie met fluorouracil (5-FU). Hiertoe werd bij 36 patiënten met diverse voortgeschreden tumoren een totaal subcutaan implanteerbaar infusiesysteem (Port-a-Cath) geïmplanteerd. Van deze patiënten was 83 reeds met cytostatica behandeld, 62 met o.a. 5-FU. Door middel van een draagbare infusiepomp werd 5-FU continu toegediend in een dosering van 300 mgm²24 h. De behandeling werd voortgezet tot progressie van de tumor werd vastgesteld en bij toxiciteit graad 2 of meer volgens WHO-criteria onderbroken.

Bij de 36 patiënten werd 37 maal een Port-a-Cath geïmplanteerd. De belangrijkste complicaties van het infusiesysteem waren een pneumothorax (237), aritmie (137), cathetersepsis (237) en trombose (237), en bleken goed behandelbaar. De gegevens van 30 patiënten waren evalueerbaar voor toxiciteit en haalbaarheid. Aan hen werd mediaan 44 gram 5-FU toegediend (uiterste waarden 11-136,5 g en gemiddeld 281 mgm²24 h) in mediaan 12 infusieweken (4-32 w). Bij 70 van de patiënten traden bijwerkingen op bestaande uit het ‘hand-foot’-syndroom (1430), misselijkheid en braken (830), diarree (830) en stomatitis (730). De toxiciteit bleek reversibel na kortdurende onderbreking van de therapie. De behandeling werd over het algemeen uitstekend geaccepteerd en bij 22 van de 30 patiënten werd goede palliatie bereikt. Bij patiënten met een colon- of een mammacarcinoom werd de beste respons gezien.

Concluderend lijkt ambulante continue intraveneuze infusie van 5-FU een verantwoorde vorm van chemotherapie zelfs bij deze categorie patiënten.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Interne Geneeskunde, sectie Medische Oncologie, Utrecht.

Mw.M.E.H.M.van Hoef, dr.B.A.Zonnenberg, A.de Graeff, A.W.M.van Milligen de Wit en dr.J.P.Neijt, internisten; mw.P.Tjia, verpleegkundig consulent oncologie.

Contact mw.M.E.H.M.van Hoef, Academisch Ziekenhuis, afd. Inwendige Geneeskunde, divisie Hemato-Oncologie, Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties