Een stof is nog niet verboden of er komt al een chemische variant op de markt. Generieke wetgeving voor nieuwe psychoactieve stoffen moet daar nu in Nederland een eind maken. Hoe pakte dat uit in landen die ons voorgingen?
Samenvatting
Ieder jaar verschijnen er tientallen nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) voor het eerst op de drugsmarkt. Veel van deze stoffen zullen nooit hun weg vinden naar een gebruikersgroep. Als dit wel gebeurt en een NPS vanwege haar schadelijkheid wordt verboden, verschijnt er vervolgens weer een legale variant op de markt. Daarom kiezen steeds meer landen voor een zogeheten generieke wetgeving, waarmee hele groepen NPS op voorhand verboden worden. Ook Nederland wil op deze manier de productie, handel en beschikbaarheid van NPS inperken en het signaal afgeven dat gebruik niet zonder risico’s is. De vraag is wat de effectiviteit is van een dergelijke aanpak en met welke onbedoelde neveneffecten hij gepaard gaat. Wat in ieder geval van essentieel belang blijft is dat men de markt en het gebruik van NPS via diverse indicatoren blijft monitoren en blijft inzetten op preventie en voorlichting over de risico’s.
Weeg ook de kosten mee
Voor het bepalen van de effectiviteit van beleid is het toch essentieel om ook de kosten mee te wegen? Anders lijkt het me lastig om te bepalen of de vrijheidsberovingen, uithuisplaatsingen, privacyschendingen, strafbladen en boetes te rechtvaardigen zijn. Dat zijn immers de machtsmiddelen die gepaard zullen gaan met het voorgestelde stofgroepenverbod.
Daarbij deel ik de opvatting niet dat drugs verbieden een tijdrovend proces is. Een minister of staatssecretaris kan een middel op eigen initiatief op Lijst I of II plaatsen met een Algemene Maatregel van Bestuur. Aangezien elke stof schadelijk is (zie de Wet van Parcelsus) is de bewijslast in de praktijk dus niet zo lastig.
Zo hebben we ook gezien dat LSD in één avond verboden werd om het huwelijk van prinses Beatrix te beschermen, werd onlangs nog een lijst met een tiental stoffen verboden zonder dat het ministerie een onderzoek heeft laten uitvoeren naar de schadelijkheid en staan er ook stoffen op Lijst I van de Opiumwet waarvan de schadelijkheid juist enorm meevalt, zoals psilocybine of DMT.
Tom Kiel, journalist
Deze wet zal niets oplossen en het probleem alleen maar erger maken.
MDMA, ketamine, cannabis, cocaïne, amfetamine, LSD, 2C-B,worden al decennia lang gebruikt. Deze zijn nu verboden (zie de Opiumwet). Als mensen deze middelen op een gereguleerde manier konden kopen dan was er geen vraag naar alternatieve stoffen. Alle drugsproblematiek komt voort uit het verbod.
Verder is conclusie dat de effecten van deze wet lastig te voorspellen zijn onzin. Je hoeft maar naar de evaluatie te kijken van vergelijkbare wet die in 2016 in Groot-Brittannië is ingevoerd.
Zou dolgraag tientallen relevante wetenschappelijke artikelen die er zijn hier delen, maar denk dat alle rapporten van de Global Commisson on Drug Policy genoeg zeggen.
Deen et al. Deaths from novel psychoactive substances in England, Wales and Northern Ireland: Evaluating the impact of the UK psychoactive substances act 2016. J Psychopharmacol 2021 Nov;35(11):1315-1323.doi: 10.1177/02698811211026645.