Dames en Heren,
Verschillen in lijdens- en stervensvisie tussen patiënten en zorgverleners kunnen leiden tot misverstanden en frustraties bij alle partijen. Zorgprofessionals krijgen in onze multiculturele samenleving steeds vaker te maken met patiënten met een andere culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Omdat moslims relatief de grootste nieuwe groep patiënten vormen, richten wij ons als voorbeeld op hun religieuze en culturele achtergronden. Aan de hand van een casus beschrijven wij de levens-, lijdens- en stervensvisie vanuit de islamitische traditie en plaatsen we deze in multicultureel perspectief. Vervolgens relateren wij deze aan de Nederlandse medische praktijk.
Patiënt, een 82-jarige islamitische Marokkaans-Nederlandse man met een rectumcarcinoom met long- en levermetastasen – waarvoor hij werd behandeld met palliatieve chemotherapie –, werd op de longafdeling opgenomen met progressieve dyspneu. Een thoraxröntgenfoto toonde een infiltraat in de linker onderkwab, waarop hij antibiotica kreeg toegediend.
Binnen enkele uren werd de patiënt toenemend dyspnoïsch. Vanwege respiratoire uitputting, hypotensie…
Cultuursensitieve communicatie bij het levenseinde
Deze les benadrukt terecht dat voor een goede communicatie de cultureel bepaalde perceptie bepaald hoe de communicatie plaats moet vinden.
De behandelend arts is verantwoordelijk voor het overkomen van de boodschap en het openhouden van de communicatie lijnen.
Deze les zou de indruk kunnen wekken dat dit alleen bij allochtonen een rol zou spelen, echter ook de autochtone Nederlanderse samenleving vertoont multiculturele verschillen vooral in geloof.
De adviezen in deze les gelden ook voor de gelovige Nederlanders.
Michael Eekhof, huisarts
Cultuursensitieve adviezen die de plank misslaan
Geachte dames en heren,
Met interesse en verbazing hebben wij kennis genomen van de klinische les over cultuursensitieve communicatie bij het levenseinde. Met de huidige multiculturele samenleving is een communicatiestrategie die recht doet aan patiënt, familie en de wet zeer wenselijk. Helaas laten de auteurs een aantal belangrijke punten onbelicht en worden adviezen gegeven waar wij, vanuit ethisch en juridisch perspectief grote moeite mee hebben.
De arts biedt de patiënt een IC behandeling aan ondanks het feit dat er ernstige twijfels over het nut bestaan. Met deze stap wordt een patiënt onderworpen aan disproportioneel invasief handelen. Dit is zonder meer in strijd met het adagium “primum nil nocere”. Onduidelijkheid had al voorkomen kunnen worden als tevoren duidelijk was gemaakt dat überhaupt niemand met dergelijke problematiek op de IC thuis hoort.
Kort gezegd, de IC is er om leven te behouden, niet om het sterven te verlengen.
Slecht nieuws moet omfloerst worden gebracht. Ook hier gaat het in onze beleving mis; de zorgverlener is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de medische taak. Hoe die taak moet worden uitgevoerd en binnen welke grenzen is vastgelegd in de wet. Allereerst zal een arts zich aan de wet moeten houden alvorens bepaalde culturele invullingen kunnen worden gedaan. Een arts is verplicht volgens de WGBO de patiënt volledig voor te lichten over het ziektebeeld en de consequenties. Een uitzondering is de therapeutische exceptie als ingeschat kan worden dat de informatie de patiënt ernstig geestelijk zal schaden of als de patiënt zelf tevoren heeft aangegeven ‘niet te willen weten’. Cultuur is niet een prima facie uitzondering.
Ten slotte worden er in tabel 2 communicatie adviezen gegeven. Wij kunnen ons daar niet in vinden. De auteurs suggereren dat zorgverleners een “spreekbuis” van God of Allah zouden moeten worden en vertellen hoe het “theologisch” in elkaar zit. Volgens ons is dat de omgekeerde wereld. Ons inziens moeten het juist imams, dominees, priesters, etc zijn, die de familie helpen bij het in religieus perspectief plaatsen van wat er medisch gezien met de patiënt gebeurt. Zorgverleners duiden de situatie op hun professionele terrein en dat is niet religie.
Onderling respect en de wens om elkaar te begrijpen is in de laatste levensfase is essentieel, maar cultuur sensitief handelen betekent voor de zorgverlener allereerst goed kennis te hebben van de eigen context en regelgeving en van daaruit de verbinding te maken met hulp van die mensen die in staat zijn de culturele/religieuze kloof te dichten. De omgekeerde weg zal onherroepelijk tot meer problemen leiden.
Dr. Erwin Kompanje, klinisch ethicus, afdeling IC, Erasmus MC, Rotterdam
Dr. Jelle Epker, internist-intensivist, afdeling IC, Erasmus MC, Rotterdam