Samenvatting
Doel
Analyse van trends in de prevalentie van chronische ziekten en multimorbiditeit in Nederland in de periode 2001-2011 en van de mate waarin deze trends zijn toe te schrijven aan de veroudering van de bevolking.
Opzet
Beschrijvend onderzoek.
Methode
De prevalentie van chronische ziekten en multimorbiditeit werd ontleend aan twee verschillende bronnen: de NIVEL Zorgregistraties eerste lijn, die gegevens bevat uit de elektronische patiëntendossiers in huisartsenpraktijken, en de CBS-gezondheidsenquête met zelfgerapporteerde gegevens van een steekproef van de niet-geïnstitutionaliseerde bevolking van Nederland. De huisartsgegevens waren beschikbaar voor de periode 2004-2011, de CBS-gegevens voor de periode 2001-2011. We bestudeerden trends in de prevalentie met regressiemodellen; standaardisatie werd toegepast om de bijdrage van veroudering aan de trends te bestuderen.
Resultaten
De prevalentie van chronische ziekten nam op basis van de huisartsgegevens toe van 34,9% in 2004 naar 41,8% in 2011 en op basis van de gezondheidsenquête van 41,0% in 2001 naar 46,6% in 2011. Ook de prevalentie van multimorbiditeit steeg, respectievelijk van 12,7% in 2004 naar 16,2% in 2011 en van 14,3% in 2001 naar 17,5% in 2011. Veroudering van de bevolking verklaart ongeveer een vijfde deel van deze stijging in de huisartsenpraktijken en een derde tot de helft in de gezondheidsenquête.
Conclusie
Er is een stijging in de prevalentie van chronische ziekten en multimorbiditeit in de periode 2001-2011. Deze stijging is ten dele toe te schrijven aan de vergrijzing; andere maatschappelijke en medische ontwikkelingen dragen ook bij aan deze stijging.
“Ik zoek het paard en ik zit erop"
“Ik zoek het paard en ik zit erop”
De analyse, uitgevoerd om uit te zoeken of de “vergrijzing” nog steeds de schuld is van toename chronische ziekten en multimorbiditeit eindigt in epidemiologisch drijfzand. Voor een dokter, maar ook voor de minister van VWS levert het weinig vreugde op. De laatste omdat ondanks de trots, dat ons Zorgsysteem tot de beste in de wereld zou behoren, hier geen vat op heeft. In de USA, zit men hierover met de handen in het haar. Of vliegt men elkaar in de haren, maar net hoe je het bekijkt. Daar is de prevalentiestijging van chronische ziekten en multimorbiditeit dan ook een maatschappij-ontwrichtende aangelegenheid aan het worden. Vooral de kosten voor rugpijn en artrose rijzen daar de pan uit.
De “zorgtanker” vaart op de klippen en niemand zet de preventie- boegschroefmotor aan. Bij veel aandoeningen is bij het RIVM het zitten als kind als oorzaak aangeduid. Preventie bij de jeugd is een echte overheidstaak. Voor goede preventie is nodig dat je mogelijkheden voor vroeg constatering hebt en snapt, wat er in de groei kan misgaan. Juist op het gebied van aandoeningen van het steun- en bewegingsapparaat, nu de grootste stijgers, hadden we die kennis wel, met bijbehorende preventie-interventies. Juist bij het groeiend kind, waar je aan zijn lichaamshouding en zijn functionaliteit van het steun-en bewegingsapparaat kunt zien of er kans is op latere chronische ziekten en multimorbiditeit, is de grote preventieslag te maken. Een kinderlichaam wat zit, veel zit en zeker in elkaar gezakt zit, gaat in vorm en functie nooit daar komen, waar de natuur dat wil. Jong kraakbeen, jonge tussenwervelschijven, jong bot, maar ook jonge spieren en zenuwen gedijen niet onder de toegenomen sedentaire leefstijl van kinderen. Zoals bij alle oorlogen kinderen de grootste rekening krijgen gepresenteerd, kan de huidige jeugd niet bevroeden, dat de Wereldoorlogen ook medische kennis heeft doen vergeten, waar zij van hadden moeten profiteren.
De auteurs geven een andere verklaring: “de toename van de blootstelling aan risicofactoren, onder andere in de toename in de prevalentie van overgewicht en obesitas(zit daar verschil tussen??) en de langdurige blootstelling aan overgewicht tijdens het leven”. Een gekke bewering, want voor veel lifestylediseases is te zwaar zijn geen issue. En obesitas is net zo goed een lifestyle disease op zichzelf. Is dan toch veel zitten de externe of risicofactor waar we naar op zoek zijn? De orthopedie heeft al vanaf haar oorsprong in de 18e eeuw het zitten door kinderen (op stoelen!) als de grote rem op gezond ontwikkelen en functioneren aangewezen en daar later de juiste preventie op ingericht, o.a adequate schoolgymnastiek en -meubilair om houding en flexibiliteit op orde te houden. Deze kennis zakte rond de jaren 60 weg uit (para-)medische leerboeken, opleidingen en dus ook uit onze common sense. Dat komt de het kind en de staat uiteindelijk duur te staan.
Piet van Loon, orthopedisch chirurg