In april 2013 werd door de landelijke artsenfederatie Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) een stuurgroep ingesteld die moet bevorderen dat mensen die zich in het laatste tijdperk van hun leven bevinden, zorg krijgen die bij hen past. Blijkbaar gebeurt dat onvoldoende. De stuurgroep, die bestond uit huisartsen, medisch specialisten, specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundigen en vertegenwoordigers van patiënten- en ouderenorganisaties, wilde verklaren waarom passende zorg in de laatste levensfase niet of onvoldoende geboden wordt.
Na 2 jaar studie en vergaderen kwam de stuurgroep begin maart dit jaar naar buiten met haar bevindingen in een rapport met de opmerkelijke titel: ‘Niet alles wat kan, hoeft. Passende zorg in de laatste levensfase’.1 De titel lijkt te suggereren dat mensen in de laatste levensfase meer zorg krijgen aangeboden dan nodig en dat aanpassing van die zorg gewenst is, met name aanpassing aan die laatste levensfase.
Maar over wat voor soort zorg…
De luisterdokter
Dank U wel collega Molenaar,
wat heeft u prachtig verwoord wat ik al jaaaren denk en vind!
Ik hoop van harte dat de betreffende personen uw goede raad zullen opvolgen.
Kea Fogelberg, huisarts n.p., SCEN-arts
Een aanvulling:
Bij de lancering van de nota heb ik aan vd Wal gevraagd naar de reden om geen omschrijving te maken van de term 'passend'. Iets wat mij zo verwondert, want passend is een normatieve term. Bijvoorbeeld een streng islamitisch gelovend persoon vindt het oneindig doorgaan met medisch ingrijpen juist wèl passend. Ook vindt deze categorie mensen het niet bestrijden van helse pijnen passend, iets wat menig dokter moeilijk kan verdragen.
Ik vind het zelfs 'gevaarlijk' dat er geen goede omschrijving van de term ‘passend’ is gemaakt. Het risico op het ontstaan van een nieuw 'dogma', over wat passend is, ligt op de loer. Zo heb ik voorbeelden uit de praktijk waarbij zeer vergaande behandeling enorme waarde heeft gehad voor de stervende, maar nog meer voorbeelden waar werd overbehandeld, dit tègen het belang van de patiënt. Dus dat de tijd rijp is voor bezinning heeft de KNMG wel goed ingezien.
Helaas lijkt het nu alsof de nota meer gericht is op bestrijding van overbehandeling, in plaats van een uitnodiging tot het beoefenen van de geneeskunst, hetgeen zorgt voor aansluiten van medische zorg bij de behoeften van individuele mensen.