Waarom adenocarcinoom van de slokdarm vaker voorkomt

Klinische praktijk
Eva Doorakkers
Nele Brusselaers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8915
Abstract

Samenvatting

  • De incidentie van het adenocarcinoom van de slokdarm is snel toegenomen in de westerse wereld in de laatste decennia.
  • De prognose is slecht, met een gemiddelde 5-jaarsoverleving van 19% in Nederland.
  • Belangrijke risicofactoren die verband kunnen houden met de stijgende incidentie zijn reflux, obesitas en de afwezigheid van Helicobacter pylori.
  • Het adenocarcinoom van de slokdarm komt 9 keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
  • Het is nog onduidelijk waarom het adenocarcinoom zo veel meer voorkomt bij mannen. Mogelijk spelen geslachtshormonen hierbij een rol.
Auteursinformatie

Karolinska Institutet, department of Molecular Medicine and Surgery, Upper Gastrointestinal Surgery, Stockholm, Zweden.

Drs. E. Doorakkers, basisarts; prof.dr. N. Brusselaers, klinisch epidemioloog.

Contact drs. E. Doorakkers (eva.doorakkers@ki.se)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Eva Doorakkers ICMJE-formulier
Nele Brusselaers ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Als kankervormen in incidentie  toenemen, dan moet er verandering in externe factoren,  lifestylefactoren, zijn opgetreden. Er zal dan in een van de drie hygienevelden of preventievelden iets mis zijn misgegaan. De gezondheidsleer,  middelbare schoolstof rond het menselijk lichaam, was het kennisveld over verkrijgen en behouden individuele en volksgezondheid. Het kende naast de twee in het artikel wel benoemde velden ( voorkomen infecties , invloed bacterieen als H.Pylori en die rond voeding en drugs met roken, te zout eten en gerookt vlees als genoemde voorbeelden) ook het hygieneveld rond houding en bewegen. Vanaf de zestiger jaren is ook bij ons groot verval in deze specifieke preventievorm zichtbaar. In USA en UK was het nooit sterk.

Reflux hangt samen met een insufficiente werking van het diafragma. De kringspierfunctie kan  alleen waargemaakt als hij hiervoor door een goede houding gefaciliteerd wordt. Het diafragma is opgehangen aan de thoracolumbale overgang van de wervelkolom en is dus zeer afhankelijk van de stand en de functionaliteit van dit belangrijke stuk van de rug. Het door het vroege , het vele en het veel verkeerde zitten van de mens vanaf zijn geboorte kan de houding in de rug zich niet meer optimaliseren, met door de zeer vaak zichtbare kyfosestand en stijfheid juist daar ( als  "Gameboyrug" een herkenbare relatie tussen vorm en functie) ook een verminderd functioneren van de enige dwarse spier in ons lichaam, het middenrif.

Geen enkele spier kan goed werken, als zijn normale werkingstraject is verkort. De rug is net als een bootmast: als de zeilen niet strak komen , dan verliest de boot voortstuwingskracht. Een mast wordt echter nooit in een verkeerde "houding"of krom op een boot geplaatst.

We staan in de jeugd, en in de USA en UK al langer dan hier veel kromme houdingen toe in de jeugd door hun leefstijl. Het niet goed kunnen inzetten van het diafragma was in eerste jaarsleerstof ook een belangrijke factor voor verminderede longfunctie en darmwerking. Maar ook de buikspieren zijn haast niet trainbaar meer als de ribbenboog (hun origo) naar beneden wijst. Het eindeloos trainen van de buikspieren zonder hun mast en gaffel in goede stand te hebben is dan ook weinig effectief gebleken. 

Gezien de toename van de slechte houdingen ( met rug-en nekproblemen als bekendste uitingen) zal gezien bovenstaande pathofysiologische kennis de toename van slikdarmkanker nog wel even doorzetten. Dit onderzoek laat opnieuw zien, dat epidemiologie bedrijven, zonder de pathoanatomie en de pathofysiologie in verbondenheid te kennen en dit als uitgangspunt te nemen, de preventie niet ten goede zal komen .

Het is niet te hopen, dat het wegvangen van mannelijke hormonen als zinnige preventie gaat worden gezien. (Heil-)gymnastiek is goedkoper en effectiever omdat dit vergeten preventiewapen wel bij meer orgaanstoornissen ingezet kan worden.  

P van Loon, orthopeed

Met interesse heb ik uw artikel gelezen over de oorzaken van de toenemende incidentie van het adenocarcinoom van de slokdarm. Wat mij verwondert is dat het gebruik van PPI of H2 antagonisten niet als onafhankelijke variabele is onderzocht. 

Ik heb geen farmaceutische kengetallen kunnen vinden over die tijd, maar er is ook een stijging geweest in het gebruik van protonpompremmers sinds de jaren 90. In die tijd maakten de ZV en VWS zich ook stevig zorgen over de toenemende uitgaven aan deze medicatie.  

Voor mij was overigens een belangrijk leerpunt dat iemand die niet rookt en weinig alcohol gebruikt, wel degelijk een slokdarmkanker kan krijgen.