Onlangs is de richtlijn ‘Shigellose’ van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) voor de publieke gezondheidszorg aangepast.1 De aanpassing betreft een paragraaf over maatregelen die naar aanleiding van een Shigella-infectie genomen dienen te worden. De wijziging is gebaseerd op epidemiologisch onderzoek naar infecties die gemeld zijn bij de GGD.2 De bevindingen van dat onderzoek zijn statistisch significant, maar naar onze mening klinisch niet relevant. Zo adviseert de aangepaste richtlijn om een beperkt contactonderzoek te doen binnen gezinnen in het geval van een jeugdige indexpatiënt. Ons inziens kan dat contactonderzoek volledig worden afgeschaft. In dit commentaar leggen wij uit waarom.
Contactonderzoek volgens de richtlijn
Het komt niet vaak voor dat Shigella-infecties in Nederland met laboratoriumonderzoek worden bevestigd, en als het gebeurt zijn het vaak importinfecties.1 Clusters zijn zeldzaam. Als een Shigella-infectie werd vastgesteld bij personen werkzaam in de levensmiddelensector of met een verzorgend beroep, diende in…
Contactonderzoek bij shigellose
Gericht contactonderzoek bij shigellose
In de onlangs herziene LCI-richtlijn Shigellose wordt het contactonderzoek rondom een shigellosepatient beperkt tot indexpatienten jonger dan 6 jaar of contacpersonen die klachten hebben. Collega’s Niessen en Ott betogen dat dit contactonderzoek helemaal afgeschaft kan worden. Daarvoor is het volgens ons echter nog te vroeg.
Hoewel shigellose in Nederland niet vaak voorkomt worden er af en toe wel clusters beschreven, vooral onder kinderen met een beperkt hygienebesef. (1,2) Uit het onderzoek van Bovée et al (3) blijkt dat 7% van de contactpersonen van een shigellosepatient ook een Shigella-infectie heeft, dit zijn vooral contactenpersonen met klachten van indexpatienten jonger dan 6 jaar. De auteurs stellen in hun commentaar dat deze infecties met basale hygienemaatregelen zijn te voorkomen. Maar juist bij jonge kinderen is het handhaven van een goede hygiene problematisch. Daarom wordt in de LCI-richtlijn geadviseerd kinderen jonger dan 6 jaar met shigellose te weren van school of kinderdagverblijf.
In hun commentaar betogen Niessen en Ott ook dat er een forse onderdiagnostiek en onderrapportage van shigellose zou zijn, maar dat er desondanks weinig clusters zijn. Dat zou betekenen dat shigellose niet zo besmettelijk is of niet zo ernstig dat een cluster wordt opgemerkt. Het feit dat er weinig clusters zijn zou echter ook verklaard kunnen worden door een effectieve contactopsporing en adequate bestrijdingsmaatregelen. Daarom vinden we het niet verstandig om het huidige –beperkte- contactonderzoek af te schaffen. Wel pleiten we ervoor om dit beleid over enkele jaren opnieuw te evalueren en zo nodig evidence based aan te passen aan een veranderde epidemiologie.
Bilthoven, RIVM Landelijke Coordinatie Infectieziektebestrijding
Helma Ruijs, arts infectieziektebestrijding
Desirée Beaujean, hoofd afdeling richtlijnen
1. Koene R, Sturm P. Uitbraak van shigellose op een basisschool. Infectieziektenbulletin 2011;22:99-101. http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:25806&type=org&disposition…
2. Visser H, Stevens M, Ruseler A, Gotz H, de Zwart O. Shigella op een school voor gehandicapte kinderen. Infectieziektenbulletin 2006:17: 2011-12. http://www.rivm.nl/dsresource?type=pdf&disposition=inline&objectid=rivm…
3. Bovée L, Whelan J, Sonder GJB, van Dam AP, van den Hoek A. Risk factors for secondary transmission of Shigella infection within households: implications for current prevention policy. BMC Infect Dis. 2012;12:347. doi:10.1186/1471-2334-12-347. Medline
Contactonderzoek shigellose (reactie auteur)
Wij zijn het eens met collega’s Ruijs en Beaujean dat een goede evaluatie wenselijk is alvorens een richtlijn aangepast wordt. Maar voor onderbouwing moeten ook ervaringen en epidemiologische trends worden meegewogen.
Beperkt hygiënebesef bij jonge kinderen is niet specifiek voor shigellose, maar speelt een rol bij overdracht van alle verwekkers van gastro-enteritis en vraagt dus algemeen om adequate hygiëne-richtlijnen, eventueel aan te scherpen bij uitbraken.
De redenering dat er weinig clusters zijn omdat het contactonderzoek zo effectief is en de bestrijdingsmaatregelen zo adequaat zijn, is ons inziens te gemakkelijk. Het is juist de vanzelfsprekendheid waarmee gebaande paden gevolgd worden waar wij in ons commentaar vraagtekens bij zetten.
Nieuwe diagnostische methoden tonen inderdaad aan dat shigella-infecties in Nederland gemist worden. Deze gemiste infecties leiden blijkbaar niet vaak tot clusters.
Het belang van meldingen staat buiten kijf, waarbij wel overwogen kan worden de meldingsplicht voor shigella af te schaffen en deze te beperken tot een art. 26 melding binnen de Wet Publieke Gezondheid (meldingsplicht in geval van een opvallend aantal infecties in een instelling). In geval van clusters dient uiteraard adequaat te worden opgetreden. Daarnaast moeten we het belang van goede hygiëne blijven benadrukken. Maar het bestrijdingsmiddel van contactonderzoek moet niet onnodig worden ingezet voor klinisch weinig relevante infecties die zonder dit onderzoek onopgemerkt zouden zijn gebleven.
Wim Niessen
Alewijn Ott