Van alle 70-plussers ervaart 40-50% zoveel pijn dat het interfereert met het dagelijkse leven.1 Onder hen bevinden zich veel kwetsbare ouderen. De multidisciplinaire richtlijn ‘Herkenning en behandeling van chronische pijn bij kwetsbare ouderen’ besteedt veel aandacht aan pijn als begeleidend symptoom bij ziekten als de ziekte van Parkinson, dementie en multiple sclerose. De bekende pijnsyndromen die men in de pijnpoliklinieken ziet, krijgen in de richtlijn wat minder aandacht. Er bestaat een verschil tussen de prevalenties van pijnsyndromen bij de jongere en bij de oudere patiënt. Een voorbeeld hiervan is essentiële trigeminusneuralgie die veel voorkomt bij oudere patiënten maar niet bij jonge patiënten, of alleen bij jongere patiënten met bepaalde aandoeningen, zoals multiple sclerose. Het omgekeerde geldt voor hoofdpijn; de prevalentie is hoog bij jongere patiënten maar zeer laag bij ouderen en naar wij aannemen ook bij kwetsbare ouderen. Met uitzondering van pijn van de lagere extremiteiten (heup, knie en…
Richtlijn pijn bij kwetsbare ouderen goed bruikbaar
Forty to fifty percent of elderly people (> 70 years of age) appear to have pain that interferes with daily life. The frail elderly, described as elderly people who are vulnerable, mostly chronically ill, with physical, and psychological, as well as social, and communicative disabilities, are often inadequately treated for pain. This interdisciplinary guideline aims to improve recognition and treatment of chronic pain in frail elderly patients and is therefore very useful in clinical practice. Interventional, minimally invasive pain treatment is not described in this guideline, although for a number of pain syndromes this could be an evidence-based potential treatment.
This guideline is recommended reading material for all physicians and health-care workers. In particular, the chapter about diagnostics, recognition of pain, and assessment tools in communicatively disabled patients is very informative. It would seem to be useful for specialized pain centres to add a geriatrician to their multidisciplinary team.
Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.
Geen duidelijke voor- of nadelen buprenorhine bij ouderen
Ingezonden brief aan Maarten van Kleef en José W. Geurts naar aanleiding van het commentaar “Richtlijn pijn bij kwetsbare ouderen goed bruikbaar”.
In het commentaar op de multidisciplinaire richtlijn “Herkenning en behandeling van chronische pijn bij kwetsbare ouderen” geven de auteurs aan dat het zinnig zou zijn onderzoek te doen naar de bruikbaarheid van buprenorphine in de behandeling van pijn bij ouderen. In de richtlijn wordt dit middel afgeraden wegens een plafondeffect. Bovendien was in het rapport van het Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen (Ephor) een negatief advies gegeven over dit middel.
Wij willen de auteurs en de makers van de richtlijn er op attent maken dat het evidence-based rapport over de Opioїden van Ephor onlangs is aangepast aan nieuwe inzichten.1
Een recente studie van Gianni et al.2 bestudeerde de effectiviteit en veiligheid van transdermaal buprenorfine. Drieënnegentig ouderen (gemiddelde leeftijd 79,7 jaar) met chronische niet-maligne pijn werden geïncludeerd. De initiële dosering van buprenorfine was 17,5 μg/uur. Na een observatieperiode van drie maanden varieerde de dosering tussen 11,7 μg/uur en 70 μg/uur (gemiddeld 34,2 μg/uur). De auteurs van deze open, ongecontroleerde observationele studie concludeerden dat transdermaal buprenorfine een effectief en veilig geneesmiddel is voor de behandeling van ouderen met niet-maligne pijn.
Er wordt vaak gedacht dat partiële agonisten zoals buprenorfine een plafondeffect hebben, waardoor hoger doseren dan de standaarddosering niet zinvol is. Echter, een aantal recente studies laten zien dat buprenorfine weliswaar een plafondeffect heeft voor de bijwerking respiratoire depressie, maar geen klinisch relevant plafondeffect voor analgesie.3,4
Om bovenstaande redenen is het advies over gebruik van buprenorhine bij ouderen gewijzigd in neutraal (wit), dat wil zeggen geen duidelijke voor- of nadelen ten opzichte van de meeste andere geneesmiddelen binnen de groep. (zie het rapport op de informatiebank van Ephor: www.ephor.nl).
Paul A.F. Jansen, Annette L. van Ojik, Jacobus R.B.J. Brouwers, Eric N. van Roon
Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen (Ephor)
1. Annette L. van Ojik,Paul A.F. Jansen, Jacobus R.B.J. Brouwers, Eric N. van Roon. Treatment of Chronic Pain in Older People: Evidence Based Choice of Strong Acting Opioids. Drugs and Aging 2012; 29 (8): 615-625.
2. Gianni W, Madaio AR, Geci M, et al. Transdermal Buprenorphine for the Treatment of Chronic Noncancer Pain in the Oldest Old. J Pain Symptom Manage 2011; 41: 707-714.
3. Pergolizzi J, Aloisi AM, Daha A, et al. Current Knowledge of Buprenorphine and Its Unique Pharmacological Profile. Pain Practice 2010; 10(5): 428-450.
4. Plosker GL. Buprenorphine 5,10 and 20 μg/h transdermal patch: a review of its use in the management of chronic non-malignant pain. Drugs 2011; 71(18): 2491-250.
Richtlijn pijn bij kwetsbare ouderen goed bruikbaar
Hartelijk dank voor uw reactie.
Maarten van Kleef, MUMC+