Dames en Heren,
Het gebeurt regelmatig dat een patiënt een arts bezoekt in verband met symptomen die niet binnen één specialisme zijn te duiden. In deze klinische les zullen wij ingaan op een bepaalde categorie patiënten, namelijk die met neuropsychiatrische aandoeningen, gedefinieerd als ziektebeelden waarbij zowel neurologische als psychiatrische symptomen optreden. Neuropsychiatrische aandoeningen zijn onder te verdelen in beelden waarbij de psychiatrische symptomen onderdeel zijn van de ziekte en beelden waarbij die symptomen frequent bijkomende ziekteverschijnselen zijn.
Voorbeelden van het eerste type zijn enkele neurodegeneratieve aandoeningen. Zo begint de ziekte van Huntington vaak met depressie, angst of apathie,1 begint frontotemporale dementie met veranderingen in gedrag,2 en treden bij een overgrote meerderheid van de patiënten met de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob als eerste verschijnselen angst, wanen, slaapstoornissen of depressie op.3 Voorbeelden van het tweede type ziektebeelden zijn multiple sclerose (MS), migraine, de ziekte van Parkinson, schedelhersenletsel…
Neuropsychiatrische aandoeningen
Deze klinische les attendeert huisarts en specialist op het bestaan van diverse specialistische centra voor patiënten met een neuropsychiatrisch ziektebeeld. De geheugenpoliklinieken in diverse ziekenhuizen staan bovenaan de lijst. Ook wordt het gebruik van de 'Mini mental state examination' (MMSE) in de klinische les geïllustreerd: om cognitieve stoornissen uit te sluiten. De NHG-standaard ‘Dementie’ beveelt de huisarts aan om de MMSE toe te passen om geheugen- en andere cognitieve disfuncties te objectiveren. Verder waarschuwt de NHG-standaard voor het samengaan van dementie met depressie [1]. De vraag rijst nu wat de reden is dat de ziekte van Alzheimer - een veelvoorkomende neuropsychiatrische aandoening waarover de huisarts vaak vragen krijgt - ontbreekt in tabel 1 (Oddsratio’s van psychiatrische verschijnselen bij veelvoorkomende neurologische aandoeningen). Is dementie geen neuropsychiatrisch ziektebeeld? Wat is de oddsratio van depressie bij dementie? Of zijn daarover misschien nog onvoldoende gegevens beschikbaar? En indien depressie inderdaad vaker voorkomt bij dementie, dan rest de vraag of de vermelde ‘Hamilton depression rating scale’ de meest geschikt test is bij het vermoeden op depressie bij dementie in de huisartspraktijk.
Literatuur
[1] Boomsma LJ, Assendelft WJJ, Boukes FS, Wind AW. Samenvatting van de standaard ‘Dementie’ (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1191-7.
Ben Ponsioen, huisarts te Brielle
Neuropsychiatrische aandoeningen: multidisciplinaire diagnostiek
Geachte collega Ponsioen, u merkt terecht op dat dementie een opvallende omissie vormt in tabel 1. In verband met fenotypische heterogeniteit hebben wij ervoor gekozen dementie als groep buiten beschouwing te laten. Dat veel soorten dementie met psychiatrische klachten en verschijnselen gepaard gaan, wordt geïllustreerd door aandoeningen als de ziekte van Huntington en de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Ook dementie van het alzheimertype (ZvA), waarover u informeert, is een goed voorbeeld. De mijns insziens meest informatieve en methodologisch robuuste studie naar de associatie tussen depressie en de ZvA in de tijd is de meta-analyse [1]. Deze review toont niet alleen een belangrijke oddsratio van ruim 2 aan voor de ZvA bij depressie en maakt tevens waarschijnlijk dat depressie een risicofactor is voor het ontwikkelen van de ZvA. Depressie zou een prodroom van de ZvA kunnen zijn [2]. In de Nederlandse richtlijn voor dementie zijn criteria voor de diagnose 'depressie' opgenomen. Deze wijken iets af van de DSM-IV-criteria. Een veelgebruikte schaal om de ernst van depressie bij dementie vast te stellen is de Montgomery-Asberg depression rating scale (MADRS). Consensus over welke methode het beste gebruikt kan worden om de ernst van de depressie bij dementie vast te stellen, bestaat volgens mij niet.
Literatuur
[1] Ownby RL, Crocco E, Acevedo A, John V, Loewenstein D. Depression and risk for Alzheimer disease: systematic review, meta-analysis, and metaregression analysis. Arch Gen Psychiatry. 2006;63:530-8.
[2] Amieva H, Le Goff M, Millet X, Orgogozo JM, Pérès K, Barberger-Gateau P, et al. Prodromal Alzheimer's disease: successive emergence of the clinical symptoms. Ann Neurol. 2008;64:492-8.
Universitair Medisch Centrum Utrecht, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, afd. Psychiatrie, Utrecht
Jurjen Luykx, arts in opleiding tot klinisch onderzoeker en psychiater